“Langzamerhand begon ik de stoornis in een ander daglicht te zien. Mensen met Borderline Persoonlijkheidsstoornis zijn hetzelfde als ‘normale mensen’, maar hebben een gevoeligere antenne voor het oppikken van externe signalen.”
Het stigma van borderline
Mijn hele leven lang heb ik met afschuw naar de diagnose Borderline Persoonlijkheidsstoornis gekeken. De mensen die deze diagnose hadden waren in mijn ogen namelijk leugenachtig, manipulatief en onhandelbaar in gedrag. Ik knikte dan ook vaak meelevend mee wanneer iemand in mijn vriendengroep het over “een borderliner” had. Bij borderline kon je beter uit de buurt blijven. Ik stopte de diagnose ver weg in een hokje. Een negatief hokje, welteverstaan.
Dit bleef zo tot ik zelf de diagnose kreeg. Mijn hele perceptie van de stoornis stortte volledig in elkaar, en daarmee ook mijn zelfbeeld. Was ik dan zelf ook zo’n verschrikkelijk mens?
“Je hebt een zeer ernstige stoornis, maar hij is wel degelijk te behandelen.” De psychiater keek even door het dossier en liet toen het stempeltje vallen: Borderline Persoonlijkheidsstoornis. De diagnose volgde op een periode waarin ik veel last had van angstaanvallen. Bovendien had ik veel moeite met dingen die anderen makkelijk leken af te gaan. ‘Het’ beïnvloedde dus heel m’n leven, maar ik had dit niet verwacht.
Nadat ik te horen kreeg dat ik “een borderliner” was raakte ik ontzettend verward. Hoezo dan? Ik was nooit boos, niet overemotioneel en ik loog toch helemaal niet? Ook manipuleren zat er niet in. Wel had ik moeite met het behouden van werk en relaties, maar dat schoof ik meestal af op het feit dat ik heel creatief ben. Hierdoor raakte ik simpelweg snel verveeld, redeneerde ik.
Niets was minder waar. Door de jaren heen had ik namelijk meerdere diagnoses gekregen. Chronisch depressieve stoornis, eetstoornis NAO en een angststoornis: allemaal bleken ze slechts een onderdeel te zijn van het overkoepelende geheel.
Lees ook: Borderline in 9 kenmerken, maar dan zonder bullshit
Groepstherapie
Op aanraden van de behandelaren begon ik zo snel mogelijk aan een deeltijdbehandeling. Drie dagen in de week kreeg ik MBT-groepstherapie, zodat ik kon leren omgaan met de stoornis, en de emoties hierbij kon leren begrijpen.
Na een (relatief korte) wachttijd begon ik zeer sceptisch aan de groepstherapie. Het begrijpen van mijn emoties was naar mijn mening niet nodig. Ik had immers amper emoties voor mijn gevoel, afgezien van mijn enorme pleinvrees. Bovendien zag ik het niet zitten om in groep terecht te komen met mensen die om de haverklap boos zouden worden. Mijn behandelaar verzekerde mij er van dat ik een verkeerd beeld had van de stoornis en het maar moest ervaren. Achteraf gezien had hij natuurlijk gelijk.
Al de eerste dag werd ik al enorm geconfronteerd met mezelf. Het wegdrukken van emoties overcompenseerde ik door alles te overdenken, zo ontdekte ik. En die al jaren aanhoudende angstaanvallen? Dat was simpelweg een manier van mijn lichaam om emoties te uiten. Doordat ik mijn emoties maar bleef negeren leek ik totaal blanco, terwijl dat slechts de oppervlakte was. Ik had namelijk een Jenga-toren van emoties opgebouwd die zich alleen maar konden uiten in somberheid en paniek. Wanneer er één blokje werd weggehaald voelde ik niks, maar zodra de toren omviel deed het pijn. Waarom het pijn deed, wist ik niet. Ik herkende emoties immers niet.
Niet gek dus, dat ik angstig was. Het clichématige zinnetje vanuit therapeuten “Maar hoe voel je je daarbij?” werd nu mijn persoonlijke mantra.
Ook interessant: Over de grens: hoe een borderliner over de schreef ging met haar hulpverlener
Verschillende vormen Borderline
In de groep begon ik te ervaren hoeveel verschillende uitingen er waren van Borderline Persoonlijkheidsstoornis. Ondanks dat sommige weleens een woedeaanval hadden, zat er een enorm diverse groep. De één had een depressie en een ander had moeite met grenzen aangeven, of was enorm angstig. Wat mij vooral opviel was dat deze mensen stuk voor stuk creatieve, gevoelige, grappige en lieve mensen waren. Ik zou ze dus absoluut niet als ‘borderliner’ bestempelen, in tegenstelling tot mijn vroegere zelf.
Langzamerhand begon ik de stoornis in een ander daglicht te zien. Mensen met Borderline Persoonlijkheidsstoornis zijn hetzelfde als ‘normale mensen’, maar hebben een gevoeligere antenne voor het oppikken van externe signalen. Een negatieve ervaring uit onze jeugd kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat we om een relatief klein ding heel angstig, boos of verdrietig worden. Dit omdat het kleine ding van nu, vroeger heel groot was. Die relatief kleine dingen triggeren dus een (soort van) trauma, terwijl het voor anderen misschien niet te begrijpen is.
Leren om te “checken”
De belangrijkste les was dat ik mezelf serieus begon te nemen, en dingen in de groep begon te ‘checken’. Niet langer ging ik in m’n hoofd na of iets mogelijk kwetsend of aanstellerig was: ik moest het gewoon vragen. Toen ik mijn gedachtegangen begon te checken in de groep bleek dat mijn invullingen vaak totaal ongegrond waren. Want die ene situatie was immers ook gewoon rot. En ja, iedereen zou zich daar rot bij voelen! Ik moest mezelf kwetsbaar gaan openstellen, en stoppen met bagatelliseren. Vreemd genoeg namen mijn angsten hierdoor af.
Lees ook: Mensen met borderline liegen vaak: feit of gelul?
Vooruitgang
Inmiddels ben ik een halfjaar verder in mijn behandeling. Ondanks dat ik nog een jaar te gaan heb, heb ik nu al enorm veel geleerd. Daarnaast is mijn perceptie van de stoornis compleet veranderd. Iedereen heeft namelijk wel eens een volle (emotionele) emmer die geleegd moet worden in een sloot. Het verschil is alleen dat wij de route naar de sloot nog niet kennen omdat we die weg vroeger niet hebben geleerd. En als je de weg dan kwijt bent, maar wel een volle emmer bij je draagt, kan het zwaar, frustrerend of eng zijn. In therapie leer je daarom kaartlezen, zodat je beter wordt in navigeren.
Ik ben er nog lang niet, maar ik begin mezelf te begrijpen en daarmee ook het ‘borderliner’-stempeltje. Er mag meer over gepraat worden, want de onwetendheid over deze stoornis is bizar groot. Daarbij zijn de meeste dingen die je hoort en leest uitsluitend negatief. Negatieve ervaringen worden immers eerder gedeeld. Maar net als bij mensen zonder stoornis zijn er altijd wel negatieve ervaringen. Voor nu is het belangrijk om de antennes af te leren stemmen en de weg te vinden. En vergeet vooral die emmer niet.