Depressie wordt meestal behandeld met praattherapie en eventueel wat medicatie. Er zijn echter ook meer rigoureuze maatregelen, zoals deep brain stimulation. Deze methode, waarbij twee gaten in de schedel van patiënten worden geboord, werd in 2006 onthaald als “dé nieuwe manier om depressie te behandelen”, maar verdween daarna door een hoop drama naar de achtergrond. Dit bleef zo totdat de methode in 2017 toch ineens heel effectief bleek te zijn. Over de rumoerige geschiedenis van deep brain stimulation tegen depressie.
Deep brain stimulation en depressie
Deep brain stimulation, in het Nederlands ‘diepe hersenstimulatie’, is een relatief nieuwe behandelmethode voor allerlei medische aandoeningen. Het wordt al langer gebruikt om de ziekte van Parkinson te behandelen, maar heeft de laatste jaren ook aan populariteit gewonnen bij andere problemen, zoals depressie. Lange tijd kwam deep brain stimulation echter niet door de medische keuringen om een legitieme behandelmethode te worden, en dat heeft waarschijnlijk alles te maken met de nogal bijzondere werkwijze.
Bij deep brain stimulation worden er namelijk twee gaatjes in de schedel van een patiënt geboord, zodat er twee elektroden doorheen passen. Deze maken contact met een speciaal gebied in je hersenen, genaamd ‘Brodmann 25’. Zodra de elektroden op hun plek zitten worden ze verbonden met een batterij in de borstkas van de patiënt. Hierdoor kunnen elektrische schokjes worden toegediend. Een soort pacemaker voor je hersenen dus.
Helen Mayberg is de eerste die deep brain stimulation voor de behandeling van depressie gebruikte. Tussen 2003 en 2006 voerde de neuroloog de experimentele behandelmethode uit op twintig mensen die kampten met depressieve klachten en ten einde raad waren. Mayberg dacht dat ‘hersengedeelte 25’ bij mensen met een depressie hyperactief was, en dat de elektroden dit gebied zouden kunnen kalmeren. Inmiddels is de behandelmethode in veel landen goedgekeurd, maar dit was lange tijd wel anders.
https://www.youtube.com/watch?v=KwHFHV9Jfd8
Verbluffende resultaten
Om te kunnen vallen moet je eerst omhoog klimmen, dus beginnen we met het veelbelovende begin van diepe hersenstimulatie tegen depressie. In 2005 bracht neuroloog Mayberg verslag uit in het gerenommeerde tijdschrift Neuron over de effecten van haar kleinschalige experiment met de behandeling. De resultaten waren niets minder dan verbluffend.
Het overgrote deel van de testpersonen was een stuk minder depressief geworden en een derde van de testgroep had zelfs helemaal geen last meer van de ziekte. Tom Insel, destijds directeur van het Amerikaanse nationaal instituut voor mentale gezondheid, noemde het zelfs “dé nieuwe manier om depressie te behandelen”.
De eerste resultaten waren dus veelbelovend, maar er was meer onderzoek nodig. De FDA, de Amerikaanse waakhond voor medische toepassingen, moet een behandelmethode namelijk eerst goedkeuren voordat het op een brede doelgroep toegepast mag worden. Ook moeten randzaken zoals duur van de behandeling, kosten en eventuele bijeffecten verhelderd worden.
Ook interessant: Hét verschil tussen een burn-out en een depressie
BROADEN
De FDA, Mayberg en St. Jude, een Amerikaans onderzoeksziekenhuis, staken daarom de koppen bij elkaar. Er werd besloten dat er een grootschalige studie moest plaatsvinden onder tientallen patiënten. Mayberg nam de leiding over dit proces, dat omgedoopt werd tot BROADEN. Ook werkten meer dan 20 andere ‘depressie-experts’ mee, waaronder psychiaters, behandelaars en artsen.
De opzet was duidelijk. Er werden bij 200 therapieresistente patiënten, bij wie eerdere behandeling dus niet hielp, gaten in hun schedels geboord. Bij twee derde van de groep werden de elektroden daadwerkelijk aangezet. De resterende groep, een derde, diende als testgroep. Bij hen werden de ‘pacemakers’ pas na een halfjaar aangezet.
Om BROADEN zo eerlijk mogelijk te maken wist geen van de betrokken behandelaars, waaronder Mayberg, welke patiënt een actieve ‘pacemaker’ had, en wie niet. Na een periode van twee jaar zouden de resultaten worden bekeken, met enkele tussentijdse evaluaties. Prima plan, toch?
Lees ook: 4 mensen vertellen hoe een depressie voelt
Een andere wending
Niet dus. Het liep allemaal anders. In 2012, toen het project na wat voorbereiding een half jaar onderweg was, was het tijd voor de eerste evaluatie. Er waren toen resultaten van 90 patiënten binnen, ongeveer de helft van de totale groep. Deze resultaten waren behoorlijk teleurstellend.
Zo bleek dat de elektroden slechts bij 20 procent van patiënten met actieve elektroden hielpen. Maar bij een schamele 5 procent waren de depressieve klachten helemaal verdwenen. De testgroep, bij wie de elektroden nog niet waren aangezet, liet ongeveer dezelfde cijfers zien. Bij 17 procent van hen waren de depressieve klachten verminderd, en 7 procent was totaal depressievrij.
Op zich geen verkeerde cijfers, maar wel als je bedenkt dat Mayberg en collega’s op ongeveer het dubbele hadden gerekend. Het doel was om aan het eind van de studie bij 40 procent een vermindering in depressieve klachten te zien, en 20 procent totaal depressievrij te maken.
Een mislukt onderzoek
Het project was echter nog maar een half jaar bezig en dus was er weinig nood aan de man. De situatie verslechterde pas toen St. Jude, de geldschieter van het BROADEN-project, de financiering stopte. Dit was een behoorlijk probleem, omdat de behandeling van één patiënt al snel 100,000 dollar kostte. Tel hier de kosten van alle salarissen, apparatuur en controles bij op en het hele proces loopt al snel in de miljoenen.
De terugtrekking van St. Jude kwam ook binnen bij de FDA, die verantwoordelijk was voor de uiteindelijke af- of goedkeuring van de behandelmethode. Na het aanhoren van de weinig indrukwekkende resultaten en het gebrek aan financiering zei de waakhond dat het proces “niet betekenisvol genoeg” was.
Dit is geen vreemde conclusie wanneer je bedenkt dat BROADEN inmiddels meer dan 10 miljoen dollar had gekost, het hele project al enkele maanden duurde en de belangrijkste geldschieter vertrokken was. Je hebt echter met mensenlevens te maken en dus kun je niet zomaar stoppen met behandeling.
Er lopen immers mensen rond met elektroden in hun hoofd. Deze moeten eruit gehaald worden, of de behandeling moet verder gaan. St. Jude bood deelnemers daarom de keus. Voor mensen die door wilden gaan werd een compensatie geregeld, en ook de eventuele verwijderkosten werden vergoed.
Ook interessant: Nee, CBD olie is niet de oplossing voor je depressie
BROADEN in de problemen
Het was in ieder geval duidelijk dat BROADEN z’n langste tijd had gehad. De betrokken onderzoekers, waaronder Mayberg, probeerden het verhaal zo stil mogelijk te houden, maar zoals dat gaat wanneer veel mensen van een geheim op de hoogte zijn praat altijd iemand zijn of haar mond voorbij.
Het duurde daarom niet lang voordat James Cavuoto, een Amerikaanse wetenschapsjournalist, op de hoogte was van de onrust binnen BROADEN. Hij kreeg van een anonieme bron te horen dat de FDA deep brain stimulation tegen depressie als “weinig nuttig” zag, en de ontwikkeling liever afkapte. In december 2013 schreef Cavuoto dat “de ontwikkeling van een veelbelovende behandelmethode wederom jaren stil komt te liggen door toedoen van (gebrek aan) kapitaal.”
In normaal taalgebruik betekent “weinig nuttig” dat je er niet heel veel profijt van hebt, maar dat ligt in de medische wereld anders. Hier betekent het namelijk dat de FDA weinig brood zag in deep brain stimulation, omdat de kans op succes te klein was.
Dit is natuurlijk een erg gevoelig statement wanneer het over hele persoonlijke zaken als een depressie gaat. Bovendien waren de eerste resultaten niet zoals gehoopt, maar de patiënten knapten er over het algemeen wel van op.
Een mediarel
Cavuoto is een autoriteit op dit wetenschapgebied en het duurde daarom niet lang voor het verhaal opgepikt werd door andere media. Dit legde de voedingsbodem voor een storm van kritiek op de FDA, Mayberg en het BROADEN-onderzoek in het algemeen.
In januari 2014 plaatste Neurocritic, een andere bekende journalist die zich bezighoudt met neuropsychologie, een felle blog online. Hij had gesproken met enkele patiënten die meededen aan het onderzoek, en vier van hen gaven aan dat de behandeling totaal niet hielp, of hun depressie zelfs erger maakte.
Zo gaven twee proefpersonen aan dat de elektroden nare bijwerkingen veroorzaakten, zoals geheugenverlies en spastische trekjes. Daartegenover sprak Neurocritic ook zes patiënten die wél positief over diepe hersenstimulatie spraken. Bij hen waren de depressieve klachten sterk verminderd, of zelfs helemaal verdwenen.
Al deze media-aandacht ging Mayberg niet in de koude kleren zitten. Ze smeekte St. Jude, de opdrachtgever en voormalig financier, om een persbericht uit te sturen en roddels zo de kop in te drukken. Dit gebeurde echter niet en de media-aandacht werd alsmaar heftiger en heftiger. Mayberg (en anderen) werd weggezet als kwakzalver, opportunist en zelfs als mishandelaar.
Lees ook: Wij spraken mensen over wat ze doen tegen hun winterdepressie
Omslagpunt
De situatie leek niet veel beter te worden, tot het tij ineens begon te keren. Zo liet BROADEN-deelnemer Lisa Wick, een basisschoollerares, aan meerdere kranten weten hoe goed deep brain stimulation tegen haar depressie had geholpen.
In gesprek met The Atlantic vertelt Wick dat haar leven voor de operatie bestond uit slapen, naar school gaan om les te geven en thuis verder slapen. Na het aanzetten van de elektroden klaarde de mist op, en begon ze weer met leven. “Na de behandeling kon ik ineens weer normaal praten. Het voelde als dat stukje in The Wizard of Oz waarin alles ineens van zwart-wit naar kleur gaat. Ik voelde me direct beter”, aldus Wick.
Naast Wick lieten nog enkele andere deelnemers van zich horen in de media, waardoor het imago van BROADEN wat positiever werd. Nu gaat het hier natuurlijk om anekdotisch bewijs, maar statistieken ondersteunden de verhalen. Van de patiënten die doorgingen met de behandeling klom een steeds groter percentage namelijk richting het gehoopte ‘succescijfer’ van 40 procent.
Een leefbaar leven
De uiteindelijke eindconclusie van het BROADEN-project werd in 2017 gepubliceerd in The Lancet Psychiatry, een toonaangevend tijdschrift. Na een periode van twee jaar had meer dan 50 procent van de patiënten een stuk minder last van hun depressie dan voorheen en was hun leven weer ‘leefbaar’ geworden. Nog veel indrukwekkender was dat 31 procent van de patiënten helemaal depressievrij was verklaard.
Tot slot meldde ook de controlegroep, waarbij de elektroden pas na een halfjaar aangezet werden, duidelijke verbeteringen. Wel namen de depressieve klachten bij hen minder snel af dan de andere testgroep. Wellicht heeft dit te maken met het feit dat de controlegroep qua omgang kleiner is. Deep brain simulation is op het randje goedgekeurd als behandelmethode. Het had echter niet veel gescheeld.
Ook interessant: Interview: De mensen die vanwege een depressie met school stopten
Deep brain stimulation tegen depressie in Nederland
Het moge duidelijk zijn dat gaten boren in mensen hun schedels een behoorlijk rumoerige geschiedenis kent. Wel is de basis voor verder onderzoek gelegd. Ook in ons land zijn onderzoekers druk in de weer met diepe hersenstimulatie.
Een van de pioniers is Isidoor Bergfeld, die aan de Universiteit van Amsterdam is gepromoveerd op het onderwerp. Volgens hem is diepe hersenstimulatie effectief tegen depressie bij een deel van de patiënten bij wie therapie niet aansloeg. Ook stelt hij dat de behandeling grotendeels veilig is.
In het AMC en het ETZ werden in totaal 25 patiënten gedurende een jaar behandelt. Bij tien patiënten (40 procent) namen de depressieve symptomen voor tenminste de helft af. Zes anderen (24 procent) hadden een kwart minder last.
Uniek in het onderzoek van Bergfeld is dat placebo-effecten zijn uitgesloten, omdat patiënten de elektroden afwisselend wel of niet-actief waren. Hierdoor konden de proefpersonen zich dus niet ineens beter gaan voelen omdat ze dachten dat hun elektroden aanstonden, omdat ze het simpelweg niet wisten.
Bovendien werd de veiligheid van deep brain stimulation tegen depressie onderzocht. Alhoewel vier patiënten een zelfmoordpoging in het eerste jaar deden, kon dit niet in verband worden gebracht met de behandeling. Verder was er geen sprake van een verlies in reactiesnelheid, planning of geheugen. Wel lijkt er bij sommige patiënten sprake te zijn van een verlies in autobiografisch geheugen, omdat ze bepaalde gebeurtenissen in hun leven minder goed voor de geest konden halen.
Deep brain stimulation ervaringen
Het moge duidelijk zijn dat deep brain stimulation een relatief nieuwe behandelmethode voor depressie is. Ervaringsdeskundigen opsporen is daarom nog een hele klus, maar ik heb er gelukkig twee kunnen spreken. Hierbij is de behandelmethode bij een respondent al uitgevoerd, terwijl de tweede nog op een wachtlijst staat.
“Ik heb alleen maar positieve ervaringen”, zo steekt Marianne Foeken-Vlastra van wal. “Mijn depressie is voor 80 tot en met 85 procent verminderd.” Toch kleven er volgens Marianne ook nadelen aan de ingreep. “Ik moet een half uur per dag opladen wat betekent dat ik, net als een telefoon, dagelijks met een lader op de borst bij het stopcontact moet zitten.”
Verder zegt Marianne dat de ingreep veel jeuk veroorzaakt, maar daar is inmiddels een oplossing voor gevonden: “Daar gebruik ik antihistaminica voor.” De ervaringsdeskundige neemt de twee nadelen voor lief en is stellig. “De elektroden zal ik nooit laten verwijderen. Het is of elektroden, of dood”, zo besluit Marianne.
Verder is het belangrijk om te vermelden dat deep brain stimulation tegen depressie vaak een laatste redmiddel is, en lang niet iedereen in aanmerking komt voor de behandelmethode. “De aanmeldprocedure is erg lang”, aldus Marianne. “Ik ben al sinds mijn zeventiende onder behandeling en slik al die tijd al de hoogste dosering qua medicatie. Pas als je alle soorten therapieën hebt geprobeerd en nog geen draagbaar leven hebt kom je in aanmerking voor dbs. En zelfs dan moet je nog door een speciale commissie heen”, legt Marianne uit.
Op de wachtlijst
Wendy de Cock-Paans staat op de wachtlijst voor de behandelmethode en kan zich in het door Marianne geschetste beeld herkennen. “De reden dat ik voor deep brain stimulation kies is omdat andere behandelingen geen effect hebben”, zegt Wendy. “Qua medicatie heb ik nagenoeg alles gebruikt en ik gebruik al heel lang ECT. Dit helpt wel, maar ik heb aangegeven dat het me niet goed lijkt om dit jarenlang te blijven gebruiken.”
Wendy zegt dat haar arts zelf dbs voorstelde, waarna ze verschillende gesprekken met een psychiater heeft gehad om te kijken of de methode voor haar geschikt is. “Hij heeft me een aantal maanden geleden op de wachtlijst gezet”, vult ze aan. Het is nog niet duidelijk wanneer de operatie plaatsvindt. Ook moet ze eerst nog door een medische keuring heen.
Ze hoopt dat deze test geen problemen oplevert en dat ze de elektroden spoedig kan laten plaatsen. ‘Ik hoop dat het mijn depressies gaat onderdrukken en mijn onrust en negatieve gedachten verdwijnen.’ Ondanks de soms negatieve ervaringen blijft ze hoopvol. “Ik hoop echt op een positief effect en ga er helemaal voor”, zo besluit Wendy.
Conclusie
Deep brain stimulation kan dus absoluut helpen tegen depressie, maar er moet nog veel meer onderzoek gedaan worden. Er is bijvoorbeeld nog veel onduidelijk over de optimale plaatsing van de elektroden in de hersenen. Ook valt er nog veel te leren over de specifieke voltages die gebruikt worden.
Tot slot is het natuurlijk de vraag hoe veilig en effectief de behandeling op de lange termijn is. Uit onderzoek van Mayberg bleek dat de effecten pas echt duidelijk werden na twee jaar. Of dit effect in de toekomst afzwakt, verbetert of hetzelfde blijft moet nog blijken.
Ik heb veel vorig jaar ( maart 2022) dbs laten plaatsen. Na vele behandelingen en therapieën die niet helpen bood mijn psychiater dbs aan. Dit betekende de verandering in mijn leven. Ik ben enorm opgeknapt en heb weer zo’n in het leven. Fantastisch!
Ik maak deel uit van het onderzoek bij het amc (I. Berggelden) en wil er graag over vertellen. Heeft u interesse?
Ik heb er onlangs ook een boek( je) over geschreven.