“Je gebruikt net even de verkeerde intonatie, legt één klemtoon verkeerd of formuleert niet de meest tactische zin en het kwaad is geschied. Terwijl je serieus probeerde over te komen ligt iedereen ineens in een deuk, terwijl jij geen idee hebt waar het fout ging. Terwijl iedereen lacht stamel je nog dat je het serieus bedoelde, maar tevergeefs.” Over typische trekjes van autisme.
20 autistische trekjes
We zijn allemaal een beetje autistisch, maar de een meer dan de ander. Van niet zo goed weten wat iemand nou eigenlijk bedoelt, teveel vragen stellen tot aan zo opgaan in een onderwerp dat je gesprekspartner er eigenlijk wel klaar mee is. Er zijn een hele hoop autistische trekjes. De volgende twintig situaties moeten voor iedereen met autisme herkenbaar voorkomen.
1. Overprikkeld raken door een verandering
Je spullen staan niet meer op dezelfde plek, je bus is een minuut te laat, iemand houdt zich niet aan een afspraak: er is geen ontkomen aan verandering. Dit is echter niet fijn, omdat je hierdoor van de wijs wordt gebracht. Je planning klopt niet meer waardoor je alles moet aanpakken. Het gevolg hiervan is dat je overprikkeld raakt, en misschien zelfs geïrriteerd. “Was alles maar gewoon altijd hetzelfde”, zucht je.
2. Alles altijd op dezelfde manier willen doen
Elke keer weer precies hetzelfde doen en nooit van deze routine afwijken. Zelfs de details blijven ongewijzigd. Heerlijk. Je weet zo exact waar je aan toe bent, hoe het gaat lopen en er staan je geen verrassingen te wachten. Ideaal. Tot het niet meer zo gaat als gepland en overprikkeld raakt.
3. Niet begrijpen dat mensen anders over dingen kunnen denken
‘Hoezo denkt niet iedereen hetzelfde als ik?’ Die vraag heb je jezelf vast al vaak genoeg gesteld. Bij autisme werken je hersenen anders en daardoor denk je dus ook op een andere manier. Waar de meest mensen ‘A’ denken, denk jij ‘B’. Dit is moeilijk te bevatten, want jouw denkwijze is duidelijk de meest logische. Toch?
Lees ook: Ik heb autisme, ook al zie je dat niet aan mij
4. Verkeerd reageren in een sociale situatie
Sociale situaties aanvoelen is een behoorlijke klus. Voor je het doorhebt floep je er iets wat totaal niet bij de situatie past. Wees echter gerust: je kunt altijd nog je excuses aanbieden en ervan leren. Observeren kun je namelijk wel heel goed.
5. Teveel vragen stellen
Waar bij ‘andere’ mensen het kwartje per direct valt, ontbreekt bij jou de duidelijkheid. Dit compenseer je door heel veel vragen te stellen, vaak tot vermoeienis van de ander aan toe. Waar gaan we heen? Hoe gaan we? Hoe lang duurt de overstap? Hoe zit het dan als we die trein missen? En wie gaan er eigenlijk mee?
6. Schrikken als iemand je onverwachts aanraakt
Aanrakingen zijn hoe dan ook een gevoelig onderwerp bij autisme, maar dit is helemaal zo wanneer je het niet ziet aankomen. De ellende is compleet wanneer dit ook nog eens een onbekende is. Zo’n ongewenste aanraking heeft vaak een enorme schrikreactie tot gevolg.
7. Proberen te verhullen dat je iets niet snapt
“…, snap je?” Eigenlijk snap je er geen bal van, maar omdat je doorhebt dat je het eigenlijk wel zou moeten begrijpen zeg je volmondig “Ja”. Fake it till you make it, zullen we maar zeggen.
8. Niet snappen waarom andere mensen altijd om alles heen draaien
Mensen zeggen vaak niet wat ze bedoelen, wat tot grote verwarring bij mensen met autisme leidt. Als je erop gaat letten krijg je door dat personen gigantisch om de brei heen draaien en zelden to the point zijn. Dikke ellende natuurlijk: zeg gewoon wat je wilt, dat is zo veel duidelijker!
9. Zo erg opgaan in je interesse dat je niets meer mee krijgt
Die favoriete interesse van je, daar focus je zo erg op, dat je alles om je heen vergeet. Je leeft even in je eigen wereldje en krijgt niets meer mee van wat er allemaal om je heen gebeurt, zelfs niet als mensen iets tegen je zeggen. Heel fijn voor jezelf natuurlijk, maar niet voor die docent die zijn vraag zojuist voor de vierde keer heeft herhaald.
Ook interessant: Snel herstellen van een psychische ziekte is een illusie
10. Nooit weten hoe je je voelt
Voor de meeste mensen is de vraag hoe het met je gaat niet zo lastig. Dit is anders als je autisme hebt. Dan wordt deze ogenschijnlijke onschuldige vraag ineens ontzettend lastig. Je voelt namelijk wel van alles in je lichaam, maar kunt het niet onder woorden brengen. En dan hebben we nog niet eens gehad over het feit dat de vraag “hoe gaat het met je?” zó niet concreet is.
11. Iets serieus willen brengen, maar dat het wordt opgevat als een grapje
Je herkent het wel. Je gebruikt net even de verkeerde intonatie, legt één klemtoon verkeerd of formuleert niet de meest tactische zin en het kwaad is geschied. Terwijl je serieus probeerde over te komen ligt iedereen ineens in een deuk, terwijl jij geen idee hebt waar het fout ging. Terwijl iedereen lacht stamel je nog dat je het serieus bedoelde, maar tevergeefs.
12. Niet beseffen dat je de telefoon op moet pakken als hij afgaat
Van actie, reactie naar allesbehalve actie. Hetzelfde verhaal als de deurbel gaat. Je hoort het geluid wel, maar weet de link met de actie niet te leggen waardoor de deur gesloten blijft.
13. Van precisie en exact houden
Heel cliché, maar vaak wel waar. Mensen met autisme houden van exacte vakken zoals wiskunde. Als iemand je kennis probeert te testen of oprecht geïnteresseerd is geef je op de seconde nauwkeurig antwoord. Afronden bestaan niet in je hoofd, want dan is het niet meer hetzelfde.
14. Dingen netjes willen sorteren en ordenen
Alles op kleur, of op alfabetische volgorde. Netjes rechttoe-rechtaan op een rijtje en precies naast elkaar. En natuurlijke ook op het juiste plekje neergelegd. Je houdt van orde en regelmaat, bijna tegen het dwangmatige aan. Dit kun je best loslaten, maar liever niet. Je krijgt er namelijk een rustig en voldaan gevoel van.
15. Zwart-wit denken
Niks 50 tinten grijs: het is zwart, of wit. Grijs bestaan niet. Nee, echt niet. Oké, misschien gebroken wit of héél donkergrijs, maar liever niet. Het leven is immers veel overzichtelijker als je minder keuzes hebt.
16. Iets té eerlijk zijn
Eerlijk zijn is op zich geen slechte eigenschap, totdat je ongevraagd eerlijk wordt. Dit valt natuurlijk niet altijd in goede aarde, maar liegen is geen optie voor je. Dat is immers behoorlijk moeilijk voor iemand met autisme.
17. Ongemakkelijk een kus op de wang proberen te vermijden
Zijn er dingen vreselijker dan zo’n ranzige kus op de wang? Waarschijnlijk niet. Logisch dus dat je deze uit alle macht probeert te vermijden. ‘Niet de persoon aankijken, bewaar je afstand, strek alvast een arm uit om de hand te geven’. Je blijft het in je hoofd herhalen als een mantra en voert het uit. Helaas werkt je plan niet en geeft de persoon in kwestie een kus op de wang die je niet afgedekt had. Heel ongemakkelijk.
18. Vermijdingsdrang hebben voor een situatie omdat het je overprikkelt
Niet willen tandenpoetsen of boodschappen doen. Je weet al dat het te veel van je gaat vragen, omdat het zo veel prikkels geeft. Het liefst vermijd je het dan ook, dan raak je tenminste niet overprikkeld. Best slim zou je zeggen, maar uiteindelijk moet je het toch doen.
19. Te lang doorpraten over een onderwerp
In geuren en kleuren uitweiden over de meest nauwkeurige details is met recht een van de meest voorkomende autistische trekjes. Zeker als het onderwerp je aan het hart gaat weet je van geen ophouden. De non-verbale signalen die de luisteraar afgeeft om aan te tonen dat het niet zó boeiend is, heb je oprecht niet in de gaten.
20. Wat bedoel je nou?
Ook wel bekend als de bekende verborgen boodschap. Iets wat totaal onduidelijk is als je autisme hebt. Want zeg nou zelf: hoe kan je weten wat iemand bedoelt als diegene iets anders zegt?
Vond je dit artikel interessant? Volg COMMEN. op Facebook, Twitter en Instagram voor meer verhalen over mentale gezondheid of ontvang updates via Whatsapp. Heb je geen social media? Blijf op de hoogte van onze laatste artikelen via een snelkoppeling op je telefoon of schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang één keer per maand een mail met onze beste artikelen.
Wat herken ik daar toch heel veel van wat hierboven staat beschreven. Had maanden last als mijn ouders 1 nieuw meubelstuk hadden gekocht. Exacte vakken waren mij favoriete vakken. Verhaaltjes vragen begreep ik niet. Een vraag als: Piet heeft 10 appels en geeft er 3 aan zijn vrouw hoeveel heeft hij er dan over? Die snapte ik niet, De reden was dat ik 1 persoon kende die Piet heette maar die was niet getrouwd en had dus geen vrouw om iets aan te geven. Toen ik werkte lang onenigheid met mijn directe chef gehad. In zijn ogen was mijn werk eentonig. Dingetje op een machine leggen, knopje indrukken. machine deed daar iets mee, eraf halen nieuwe erop etc. Gelukkig had ik een collega die mijn chef ervan wist te overtuigen dat dat werk voor mij pure ontspanning was. Had ooit een fiets die een bepaald piepgeluidje maakte, jarenlang super trots op geweest. totdat iemand het nodig vond om dat te “repareren” met een oliespuit. Nooit geweten wie dat gedaan heeft. Kreeg dat geluidje niet meer terug en heb die fiets weggegeven aan de eerste die hen wilde hebben. Heb nadien nooit meer willen fietsen. Had vroeger op school veel moeite om thuis huiswerk te maken. Als ik nadenk over iets of iets met volle aandacht lees dan werkt mijn gehoor niet. Niemand schijnt dat te begrijpen. iedere keer weer schrok ik me een halve hartaanval als er iedere avond weer iemand in mijn oren brulde van “Zeg ik vraag nu al voor de vierde keer of je koffie lust?” Vierde keer vragen. nee je schreeuwt 1 keer hard in mij oren en nu weet ik niet meer waar ik was gebleven en moet weer opnieuw beginnen met die les. Kreeg ooit een of andere test met van die plaatjes waarin je meerdere dingen kunt zien. na 1 plaatje vroeg ik van: Welke van die twee is eigenlijk het goede antwoord. Kreeg geen antwoord op mijn vraag dus geen antwoord gegeven op haar volgende vragen. Toen ik 18 was bij een medische keuring voor mijn werk deed ik iets waarvan ik pas toen ik dat thuis tegen mijn moeder vertelde pas door had dat ik haar niet goed had begrepen. Moest uitkleden en onderbroek aanhouden, Bloeddruk gewicht, lengte etc werden opgemeten en een aantal dingen moest ik verplaatsen etc. op het eind drukte zij ene flesje in mijn handen met de uitleg: Je moet HIER even plassen in dat flesje dan onderzoeken we dat ook op bepaalde dingen. Deed daar ter plekke wat zij vroeg.