“Ik denk dat ADHD iets heel individueels is en dat het per persoon anders is. Daar ben ik achter gekomen doordat jij ook ADHD hebt, en niet aan het stereotype beeld van het hyperactieve jongetje voldoet.”
Mijn ADHD en ik – deel 1
Op mijn negentiende kreeg ik de diagnose ADHD. Er vielen destijds heel veel puzzelstukjes op hun plek. Al het schoolwerk kostte mij zoveel meer uren dan mijn vriendinnen. Ik lag vaak om negen uur al op bed, terwijl pubers over het algemeen niet staan te springen om op tijd te gaan slapen.
Meteen na de diagnose startte ik met cognitieve gedragstherapie, wat me enorm veel geholpen heeft. Ook begon ik met het slikken van medicijnen. Mijn hoofd werd hierdoor rustiger en helderder. Voor mij leek het een duidelijk omlijnd verhaal: Ik had ADHD, dat kwam door een ingewikkeld verhaal over neurotransmitters en dopamineafbraak, en de therapie en medicijnen hielpen mij mijn leven wat beter op de rit te krijgen.
De laatste twee jaar lees en hoor ik echter steeds meer geluiden die me laten twijfelen aan de duidelijkheid van deze diagnose. Wat is ADHD nu eigenlijk? Wat is de oorzaak? Is het iets wat zich bevindt in mijn hersenpan, of creëert de vluchtige samenleving van nu mijn concentratieproblemen? Is het een trend geworden om drukke kinderen een stempel te geven? Kortom, wat betekent het voor mij dat ik ADHD heb?
Een heleboel vragen
Ik merk dat ik het moeilijk vind om deze vragen te beantwoorden. Dit komt omdat het over mijzelf gaat en ik de antwoorden simpelweg nog niet heb.
Daarom wil ik in deze reeks artikelen mensen uit mijn omgeving vragen hoe zij denken over ADHD in het algemeen, en over mijn ADHD. Dat kunnen mensen zijn die heel dicht bij me staan, maar ook iemand die ik slechts vaag ken. De bedoeling is om erachter te komen welke ideeën er in mijn omgeving spelen over ADHD en psychische klachten. Misschien dat ik op die manier een antwoord op vragen kan vinden, die jij zelf wellicht ook hebt.
Hoe is het om te leven met mij?
De eerste persoon die ik hiervoor interview, is mijn vriend Jim. We zijn ruim vijf jaar samen en hij maakt mij van heel dichtbij mee. Hoewel we het vaak hebben over dit onderwerp, zijn die gesprekken vooral van praktische aard en draaien ze om mij, omdat ik de ‘ADHD’er’ in onze relatie ben.
Ik verwachtte dan ook veel nieuwe dingen te horen, omdat het gesprek nu volledig ging om zijn mening en niet om mijn chaotisch brein en de daarbij behorende problemen. Het interview is opgedeeld in drie delen: ADHD in het algemeen, mijn ADHD en als laatste ADHD-medicatie.
1. ADHD in het algemeen
Tessa: Wat is je eerste associatie met de term ADHD?
Jim: Ik denk dan vooral aan fysieke ADHD. Ik zat vroeger op de basisschool bij een jongen in de klas die ADHD had. Hij was erg druk, schreeuwde vaak door de klas en kon niet stil zitten. Dat is voor mij het stereotype ADHD en ook waar ik als eerste aan denk.
Wat is volgens jou ADHD? Hoe zou jij het op dit moment omschrijven?
(Jim denkt een poosje na voor hij antwoord geeft.) Ik denk dat ADHD iets heel individueels is en dat het per persoon anders is. Daar ben ik achter gekomen doordat jij ook ADHD hebt, en niet aan het stereotype beeld van het hyperactieve jongetje voldoet. Via jou ben ik meer te weten gekomen over ADHD. Als ik het in één woord zou moeten omschrijven, is ADHD naar mijn mening een aandachtsstoornis.
Aan iemand die niet weet wat een aandachtsstoornis is of ADHD, zou ik het moeilijk vinden om uit te leggen, maar ik zou ongeveer dit zeggen: Er zijn momenten waarop de maatschappij of een sociale context iets van iemand verwacht of vraagt, waar diegene niet aan kan voldoen op dat moment. Op school of werk wordt vaak de volledige aandacht van iemand gevraagd en mensen met ADHD kunnen niet aan die eis voldoen.
ADHD is een aandachtsstoornis.
Jim
Dus eigenlijk zie je ADHD als iets wat ontstaat vanuit een sociale context? Als iets dat wordt gecreëerd door de normen die een maatschappij aan een individu stelt?
Ja, zeker. Het is gewoon een label dat een maatschappij geeft aan datgene wat buiten de normen valt. Misschien dat er in de toekomst zoveel mensen zijn die niet aan de normen voldoen en een label krijgen, dat de maatschappij haar normen verlegt. Daarmee wordt ADHD dan weer iets ‘normaals.’
Zou je ADHD dan wel een psychische stoornis noemen?
Ja, in de huidige tijd wel. We moeten de klachten die horen bij ADHD een naam kunnen geven, of eigenlijk, we willen het een naam geven. Ook om er iets aan te kunnen doen, om het te kunnen behandelen. En dat is ook weer een ding, dat we het per se willen behandelen.
2. Mijn ADHD
Welke kenmerken van ADHD zie je terug in mij? Wat aan mij bestempel je als ADHD?
Het eerste wat me te binnen schiet is dat je snel het overzicht kwijt bent. Bijvoorbeeld: Als er veel klusjes in huis moeten gebeuren zoals de was doen, stofzuigen en boodschappen, dan weet je vaak niet hoe en waar je moet beginnen. Welke taak doe je het eerste en welke daarna, dat vind je erg lastig.
Ook loop je soms helemaal vast in je hoofd. Dan zijn er zoveel tegenstrijdige gedachten dat je het allemaal niet meer geordend krijgt en ook niet meer weet wat je moet doen. Die twee dingen merk ik vooral bij jou.
En zijn de dingen die je net opnoemt, dingen jij zelf niet ervaart? Zijn ze onderscheidend, passen ze bij mij omdat ik ADHD heb of heb jij er zelf ook last van af en toe?
Ik ervaar die dingen ook zelf, maar ik heb wel het gevoel dat ik ze in mindere mate ervaar en er minder last van heb.
Jim ziet het overzicht verliezen en het vastlopen van mijn hoofd niet als uitzonderlijk. Hij ziet het meer als een soort schaal; hij bevindt zich meer onderaan die schaal en ik sta ergens helemaal bovenaan.
Zie je bij mij de fysieke klachten van ADHD terug?
Nee, die zie ik niet terug bij jou. Kijk, jij bent wel vaak fysiek erg gespannen. Dan heb je je benen in een verkrampte houding, je zit heel gespannen zonder dat je weet hoe te ontspannen en je ademhaling is soms ook erg oppervlakkig en onregelmatig. Maar ik schrijf dat toe aan wie jij bent en dat je snel een beetje gespannen bent. Ik zie dat niet als onderdeel van je ADHD.
In hoeverre is volgens jou ADHD een onderdeel van mijn karakter of is het een ziekte?
Ik denk sowieso dat het geen ziekte is. Het is gewoon iets waarin jij anders bent dan het gros van de mensen. Door hoe jij bent, val jij buiten de omschrijving van de ‘normale mens.’
We gaan hier samen nog wat dieper op in en Jim merkt op dat hij de term ‘ziekte’ nogal ongelukkig gekozen vindt, waar ik hem gelijk in geef. Hij zou het eerder een aandoening of stoornis noemen. Daarnaast hebben we het nog even over de verschillen die er zijn tussen vijftig jaar geleden en nu. Vroeger overleden mensen soms, zonder dat daarvoor een oorzaak werd gevonden.
Met de kennis van nu kunnen we voor sommige sterfgevallen wel een oorzaak aanwijzen of het zelfs voorkomen. Bijvoorbeeld: hartfalen bestond vroeger ook, maar had toen nog geen naam en kon nog niet behandeld worden. Tegenwoordig is hier veel meer over bekend. Dit betekent dat hartfalen ook vroeger al bestond, maar gewoon geen naam had. Is het dan correct om te zeggen dat vroeger ADHD ook al bestond, maar dat er pas sinds kort een naam voor is? Of is ADHD een modeverschijnsel, ontstaan uit een steeds vluchtigere samenleving met veel meer prikkels en informatie dan 100 jaar geleden?
Jim en ik komen hier nog niet helemaal uit, maar het is een interessant punt, waar ik in de toekomst graag nog een artikel aan zou wijden. Mocht jij hier nog iets over weten of vinden, laat het weten! Mijn volgende vraag is of Jim verschil ziet tussen mij en anderen in zijn omgeving. Of er dingen zijn die hij aan mijn ADHD toeschrijft en ook echt niet terugziet bij andere vrienden of familieleden.
Hij ontkent dit vrij stellig. Dit verbaast me, omdat ik wel een duidelijk verschil zie. Meteen daarna bedenk ik me dat dit precies de reden is waarom ik deze interviews doe. Ik ben in dit opzicht erg subjectief, omdat ik niet buiten mijn eigen hoofd kan denken.
Dit klinkt heel filosofisch, maar ik bedoel dat iedereen verschillen opmerkt wanneer we ons vergelijken met anderen, terwijl buitenstaanders dit misschien helemaal niet zo zien. Voor Jim zijn er niet echt verschillen tussen mij en anderen die hij toeschrijft aan mijn ADHD.
3. ADHD-medicatie
Merk jij verschil wanneer ik medicijnen heb genomen?
Ja, ik denk wel dat er een verschil is tussen hoe ik je leerde kennen, toen je nog geen medicijnen slikte en niet wist dat je ADHD had, en hoe je nu bent met medicijnen. Tenminste, dat denk ik nu te weten, maar als jij soms een weekje geen medicijnen slikt dan merk ik daar eigenlijk niets van.
Als jij er zo weinig van merkt, vind jij dan wel dat ik medicijnen moet slikken? Of zou het volgens jou ook prima zonder kunnen?
Nou ja, wat mij betreft hoef je ze niet te slikken. Al moet ik wel zeggen dat ik je niet heel goed gekend heb voordat je medicijnen slikte en dus moeilijk kan vergelijken.
Jim en ik zijn ruim vijf jaar samen, maar toen ik de diagnose kreeg, hadden we nog maar een paar maanden een relatie. Hoe ik daarvoor was, en dat was niet erg sprankelend en gezellig, heeft Jim dus niet veel gezien.
Maar, als jij vind dat ADHD voortkomt uit de sociale context waarin ik leef en de normen die een maatschappij heeft en waaraan ik niet kan voldoen, moet ik dan wel medicijnen slikken?
Jouw medicijnen dragen bij aan het feit dat jij beter past in de Nederlandse samenleving, dat is het voordeel ervan. Maar je hebt ze natuurlijk niet nodig om te kunnen overleven.
Dat laatste is iets waar ik zelf ook veel over nadenk. Ik ga, heel letterlijk, niet dood aan ADHD. Wil ik dan wel medicijnen blijven slikken? Is het niet overbodige troep die ik in mijn lichaam stop? De laatste vraag die ik Jim stel, is belangrijk voor mij, maar blijkt minder van belang te zijn voor Jim.
Heb ik ADHD volgens jou?
Ja, ik geloof wel dat je ADHD hebt. Tegelijkertijd zou ik ook willen zeggen dat het je karakter is, wat paradoxaal klinkt. Ik vind het lastig om die vraag te beantwoorden, omdat ik het ook niet zo goed weet. Je bent gewoon Tessa, zonder dat ik dagelijks na ga welk deel van jou je karakter is of ADHD
Na afloop
Tijdens het interview merk ik dat de antwoorden die Jim geeft, niet al te stellig zijn. Zijn mening is zich, net als het mijne, nog aan het vormen en meningen veranderen voortdurend. Desalniettemin ben ik erachter gekomen dat hij mijn ADHD veel minder ervaart dan ik dat zelf doe.
Logisch natuurlijk, want hij kan niet in mijn hoofd kijken. Een grote verrassing voor mij was dat Jim de fysieke spanning die er bij mij veel is, niet ziet als onderdeel van ADHD. Ik zie dit zelf anders. Ik ben in staat stil te zitten op een stoel en ik schreeuw zelden. Maar voor mij is de fysieke spanning die ik elke dag voel, de H in ADHD.
Nu ik dit artikel aan het schrijven ben, begin ik daar aan te twijfelen. Ik ben benieuwd hoe mijn tweede interview gaat verlopen. Zal het me nog meer twijfels opleveren of juist niet? Ben jij ook nieuwsgierig?
Lees verder: Interview: ADHD’ers onder elkaar
Lees verder: Interview: Hoe is het om bevriend te zijn met een ADHD’er?