Hoe denken mensen over ADHD in het algemeen, en over mijn ADHD? Is het een psychische stoornis, of eerder een aandoening? Zit het in je hersenen, of ligt het aan de maatschappij? Op die vragen probeer ik het antwoord te vinden door mensen uit mijn omgeving te interviewen. Ditmaal een open gesprek met een vriendin over vriendschap en ADHD.
Dit interview is onderdeel van een reeks artikelen waarin ik mensen uit mijn omgeving vraag hoe zij denken over ADHD in het algemeen en over mijn ADHD. Dat kunnen mensen zijn die heel dicht bij me staan, maar ook iemand die ik slechts vaag ken.
De bedoeling is om erachter te komen welke ideeën er in mijn omgeving spelen over ADHD en psychische klachten. Misschien dat ik op die manier een antwoord op vragen kan vinden, die jij zelf wellicht ook hebt. Deze keer heb ik een gesprek met Janneke, een vriendin die ik heb leren kennen via het eerste jaar van onze studie literatuurwetenschap.
Vriendschap en ADHD: een open gesprek
Het vorige interview met mijn vriend Jim verliep heel anders dan dit interview. Met Janneke ben ik eigenlijk meer in gesprek en hoewel ik vooral de vragen stel, lopen de antwoorden en vragen soms in elkaar over. Tijdens het uitwerken van het interview loop ik precies aan tegen een van de dingen die Janneke opnoemt als kenmerkend voor mijn ADHD: het (niet) vinden van structuur. Om het voor jou leesbaar te maken, heb ik er een doorlopend verhaal van gemaakt.
“Drukke jongetjes”
Ik begin het gesprek door te vragen naar de eerste associatie van Janneke met ADHD. “Ik denk vooral aan erg drukke kinderen, die moeite hebben met opletten in de klas. Het drukke is wat me het eerste te binnen schiet. Ik kende twee jongetjes op de basisschool met ADHD. Zij hebben vooral die eerste associatie gevormd. Op de middelbare school kan ik me eigenlijk niemand herinneren die ADHD had. Dat kan ook zijn omdat het niet benoemd werd natuurlijk.”
Naast die twee drukke jongetjes kent Janneke niemand in haar omgeving met ADHD. Dit vond ik opvallend om te horen, omdat ik er in mijn omgeving juist vrij veel mee te maken heb. Dat komt misschien doordat ik er zelf open over ben, of omdat het me sneller opvalt. Janneke beaamt dit: “Ja, het kan best zo zijn dat meer mensen in mijn omgeving ADHD hebben, maar dat ik dat gewoon nog nooit gehoord heb. Jij bent echt de enige met wie omga waarvan ik weet ‘zij heeft ADHD.’”
Ik ben benieuwd hoe Janneke ADHD zou uitleggen aan iemand die nog nooit van de term gehoord heeft: “Volgens mij is ADHD moeite hebben met je concentreren op dingen, met overzicht hebben en structuur maken voor jezelf. Als jij in één keer een heleboel prikkels binnenkrijgt, dan moet je echt moeite doen om het voor jezelf behapbaar te maken. Maar dat beeld komt vooral door wat ik bij jou zie en wat jij mij verteld hebt.”
Eerste indruk
Ik leerde Janneke kennen nadat ik gediagnosticeerd werd, maar ik vertelde haar hier niet meteen over. Na een poosje nagedacht te hebben (“het is alweer vier jaar geleden”) vertelt ze over haar eerste indruk van mij: “Jij ging tijdens een college naast mij zitten, en aan het einde waren we volgens mij vrienden geworden. Ik vond jou heel relaxed en ik herkende ook wel veel van mezelf in jou. We zijn allebei een beetje die “awkward turtle” die niet zo goed weet wat ‘ie moet. Ik zag je als iemand die open stond voor dingen, niet echt moeite had met mensen om te gaan en gewoon d’r eigen gang ging.”
Na ongeveer een halfjaar kwam mijn ADHD voor het eerst ter sprake. Ik vraag me af of het beeld dat Janneke tot dan toe van mij had, veranderde. “Ja, en ik was ook verbaasd, omdat je dus niet voldeed aan het ‘drukke jongetjes’ beeld dat ik had van ADHD. Er vielen mij dingen op als het ging over plannen en structuur, maar dat kwam ook omdat jij mij daarover vertelde. Ik ben in ieder geval niet anders naar je gaan kijken toen je het vertelde.”
Op mijn beurt had ik Jannekes verbazing wel verwacht. Als ik mensen vertel dat ik ADHD heb, zijn ze vaak verrast of hadden het niet verwacht. Tijdens het ophalen van herinneringen wordt ook duidelijk dat het elkaar beter leren kennen parallel loopt aan het vertellen over mijn ADHD aan Janneke. Dat maakt het antwoorden op mijn vragen soms wat lastig: “Dat jij moeite hebt met overzicht, structuur en concentratie, zou me ook op kunnen vallen aan iemand zonder ADHD, naarmate ik die persoon beter leer kennen.”
Zit ADHD in je hersenen?
Net zoals bij het interview met Jim, ben ik erg benieuwd naar Jannekes mening over de oorsprong van ADHD. Is het volgens haar iets aanwijsbaar in de hersenen? Of is het, zoals Jim het ziet, iets wat is ontstaan vanuit de normen en eisen van onze samenleving?
“Ik denk een combinatie van beiden. Iedereen gaat anders om met dingen aanpakken en verwerken, maar in deze maatschappij is het zo dat als je veel moeite hebt met orde en structuur, je er enigszins buiten valt. Daarmee bedoel ik dat mensen het misschien niet begrijpen of dat er geen ruimte is om ‘uit de toon te vallen.’”
Tot zover is Janneke het dus met Jim eens. “Tegelijkertijd denk ik ook dat het iets in de hersenen is. Je pakt dingen anders aan en verwerkt prikkels op een andere manier. Dat je nu medicijnen slikt en dat je daardoor veel beter in je vel zit en je studie goed gaat, laat dit mooi zien. Jouw medicijnen zorgen ervoor dat jij kunt voldoen aan de normen van de samenleving.”
Psychische aandoening vs. psychische klachten
Er is nog een overeenkomst tussen Jims antwoorden en wat Janneke me vertelt. We komen op de terminologie rondom ADHD. Janneke: “Ik zou ADHD geen stoornis noemen, want dat klinkt zo negatief. Ik zie ADHD niet per se als iets negatiefs, maar meer als ‘buiten de norm vallend.’ Hoewel je soms meer moeite moet doen voor dingen, lukt het je uiteindelijk vaak wel en dat zie ik als iets positiefs.”
Dat ze ADHD niet een ziekte of aandoening zou noemen, komt ook omdat haar beeld van ADHD grotendeels via mij tot stand is gekomen. Ze is zich ervan bewust dat haar beeld voornamelijk bestaat uit hoe ik de dingen ervaar en aanpak, omdat ik de enige met ADHD ben. Zij ziet mij niet als een ziek persoon, en daarmee ook ADHD niet.
Zelf merk ik dat ik ook liever praat over ‘psychische klachten’ en niet over een ‘psychische ziekte’. Dat blijft een ingewikkeld onderwerp. Psychische klachten zijn niet zichtbaar. Als iemand lijdt aan een chronische ziekte die fysiek zichtbaar is, dan hebben we het moeiteloos over een ziekte en niet over de ‘fysieke klachten’ waar iemand chronisch last van heeft. Is de onzichtbaarheid van ADHD een reden om het te scharen onder psychische klachten en niet onder aandoeningen? Zowel Janneke als ikzelf zijn daar nog niet helemaal uit.
Menselijke trekken
Het structureren, organiseren en concentreren – wat bij mij nogal eens problemen oplevert en wat ik zie als onderdeel van mijn ADHD – zijn op zichzelf staand geen unieke eigenschappen. Er zijn zoveel mensen die van één of meer van die drie problemen last hebben. Ik vraag Janneke hoe zij dit ziet.
“Ik herken de dingen waar jij tegenaan loopt soms bij mezelf. Toen we allebei vastliepen op onze master-aanmelding, vond ik het heel chill dat je mij vroeg om het samen te doen, omdat ik het overzicht ook niet meer had. Dat herken ik wel.”
Oplossen en hulp zoeken
Janneke noemt vervolgens twee belangrijke punten waar ik zelf nog niet eerder over nagedacht heb: “Misschien ken ik wel mensen die tegen dezelfde dingen aan lopen als jij, maar jij pakt die dingen heel actief aan en je hebt handvatten voor jezelf gecreëerd waardoor je die problemen kunt tackelen.”
“Voor mij vallen die dingen aan jou op, juist door de manier waarop je ermee omgaat. Je lost het heel doelgericht op. Dat zie ik bij andere mensen vaak minder terug, waardoor ze me bij hen ook minder vaak opvallen.” Een korte side note: Dat tackelen van die problemen heb ik niet van de ene op de andere dag geleerd. Zonder alle hulp en therapie vraag ik me af of het me zou lukken.
Als tweede noemt ze de mate van de problemen waar ik tegenaan loopt: “Jij bent naar een arts en psycholoog gegaan, omdat je dagelijks leven zodanig negatief beïnvloed werd door de klachten, dat het je functioneren belemmerde. Je liep op alledaagse dingen, zoals huishoudelijke taken of het plannen van school, vast. Er zijn vast meer mensen die een redelijk chaotisch leven leiden, maar er zijn er maar weinig die daarvoor hulp zoeken bij een arts omdat ze het niet goed meer aankunnen.”
ADHD + karakter = Tessa?
Tot slot hebben we het nog over de moeilijk te trekken grens tussen ADHD en karakter. Ik vraag Janneke hoe zij dit onderscheid maakt. “De dingen waar jij tegenaan loopt kunnen onderdeel zijn van je ADHD, maar ook van je karakter. Die beide componenten maken je tot wie je bent. Als ik terugdenk aan toen ik je leerde kennen, dan was je een stil iemand. Maar naarmate we elkaar beter leerde kennen, bloeide je op en was je veel minder stil en teruggetrokken. Was je dan stil en introvert, omdat je eerst de kat uit de boom wilde kijken? Is dat dan jouw karakter?”
“Of was het omdat je in een nieuwe situatie, ook op sociaal gebied, het overzicht nog niet hebt en dat eerst moet krijgen voordat je los komt? Ik denk dat dit iets is wat in jouw karakter zit. Aan de andere kant zijn er ook dingen die ik vooral als ik samen met jou ben meemaak en ik dan weer niet zie als je karakter.” Lachend vervolgt ze: “Als ik met jou naar een supermarkt ga, dan moet ik je echt bij de hand nemen door die supermarkt anders wordt het niks haha. En je kunt gewoon niet zo goed koken, omdat je niet 3 pannen op een gasfornuis tegelijkertijd in de gaten kunt houden.”
Naderhand
Als ik de interviews van Jim en Janneke met elkaar vergelijk, zie ik veel overeenkomsten. Ze noemen dezelfde dingen als kenmerkend voor mijn ADHD en allebei vinden ze dat de huidige maatschappij een grote rol speelt.
Een duidelijk verschil merkte ik echter in hoe aanwijsbaar Jim en Janneke ADHD vinden. Voor Janneke is er wel een bepaald onderscheid te maken tussen wat mijn ADHD is en wat niet. Ze vindt het waarschijnlijk dat er een biologische oorzaak in de hersenen te vinden is die ADHD (deels) kan verklaren.
Jim is hier veel minder van overtuigd. Hij ziet mijn ADHD vooral als iets wat veroorzaakt wordt door externe factoren. Ik ben er zelf nog steeds niet helemaal uit, al raak ik steeds meer overtuigd van het belang van de maatschappij bij mijn ADHD.
Lees ook het derde interview in deze serie: ADHD’ers onder elkaar!