Interview: ADHD’ers onder elkaar

Een gesprek over labels, paprikaplanten en waarom het niet uitmaakt wat ADHD precies is.

“Ik ben zelf ook heel instabiel en ik merk dat de mensen om mij heen dat heel moeilijk vinden en ikzelf vind dat ook. Ik kan door heel kleine dingen uit mijn evenwicht gehaald worden. Dan was ik eerst mega vrolijk en daarna in een diep dal.” Een gesprek tussen ADHD’ers onder elkaar over prikkels, de positieve kanten van labels, paprikaplanten en waarom we niet hoeven te weten wat ADHD precies is.

Interview: ADHD’ers onder elkaar

Dit interview is onderdeel van een reeks waarin ik mensen uit mijn omgeving vraag hoe zij denken over ADHD in het algemeen, en mijn ADHD. Dat kunnen mensen zijn die heel dicht bij me staan, maar ook iemand die ik minder goed ken. Zo kom ik erachter welke ideeën er in mijn omgeving over ADHD en psychische klachten heersen. Misschien dat we op die manier een antwoord vinden op tot nog toe onbeantwoorde vragen.

Na de interviews met mijn vriend Jim en vriendin Janneke ga ik dit keer in gesprek met Naomi. Van alle gesprekspartners ken ik haar het langst en tijdens onze ‘normale’ gesprekken komt het onderwerp ADHD opvallend vaak voorbij. Dit is geen toeval, omdat ook Naomi ADHD heeft. Hierdoor heeft ze een compleet andere visie op de klacht omdat ze écht weet hoe het is.

Eerste associaties

Tessa: Laat ik maar meteen beginnen met de eerste vraag: wat is je eerste associatie met ADHD?
Naomi: Volgens mij is ADHD een ‘aandacht-tekort-stoornis.’ Mijn eerste associatie is niet per se aandachtstekort, maar meer een soort prikkel-probleem. Je hebt zoveel prikkels dat je niet goed het onderscheid kunt maken tussen de (voor de maatschappij) relevante prikkels en de prikkels waar je je aandacht niet aan ‘hoort’ te geven. Dus samenvattend is mijn eerste associatie: prikkels.

En wat weet jij nog over je basisschool periode? Weet je nog of er toen kinderen met ADHD waren?
Ik heb niet zoveel herinneringen meer van de basisschool, maar ik herinner me wel kussentjes. Er waren kinderen, vooral jongetjes, die kussentjes op hun stoel hadden waarmee ze konden wiebelen.


Ik herinner me die kussens ook en noemde ze altijd ‘wiebelkussens‘. Er zit veel lucht in wat er voor zorgt dat je op je stoel kunt wiebelen zonder op te hoeven staan of met de stoel te schuiven. Een slimme uitvinding, vind ik zelf.

Over ADHD

Tot zover de associaties en vroege herinneringen, we duiken er meteen lekker in. Wat is ADHD volgens jou?
Ik heb je vorige interviews gelezen en daarin kwam vooral het maatschappelijke aspect naar voren. Hoewel ik denk dat dit zeker van invloed is, ben ik van mening dat ADHD een neurobiologische stoornis is, en dat er dus echt een ‘afwijking’ in de hersenen zit.

Dat maakt het voor mij dus een op zichzelf staand probleem en niet iets wat alleen door factoren van buitenaf wordt veroorzaakt. Tuurlijk kunnen er externe factoren zijn die het verergeren, maar het probleem begint in je hersenen en niet in de maatschappij.

En stel dat je ADHD zou moeten uitleggen aan iemand, door een aantal kenmerken te noemen: wat zou je dan zeggen?
Als ik moet uitleggen hoe het voor mij is, dan uit het zich als volgt: ik krijg heel veel informatie en prikkels binnen die zich als een soort wolk in mijn hoofd ophopen, waardoor er een soort mist ontstaat. Die mist zorgt er dan weer voor dat je niet helder kunt zien, waardoor er allerlei dingen mis gaan.

Wat voor dingen gaan er dan zoal mis?
Je kunt dan denken aan concentratieproblemen. Een meisje op mijn werk vertelde mij pas een heel verhaal, terwijl ik ook goed moest meekijken op de kassa. Ik kan dat niet tegelijk, waardoor ze het vervolgens nog een keer moest vertellen.

Ook heb ik last van slaapproblemen. Volgens mij komt dit door die wolk aan informatie die in mijn hoofd rondzweeft. Die wolk moet eerst ‘neerdalen’ (a.k.a. regen) voor ik in slaap kan vallen. Soms lukt dit niet goed, waardoor het heel lang duurt voor ik de slaap kan vatten.  


Wat bedoelen wij eigenlijk als we het hebben over prikkels? Er zijn heel veel prikkels en die zijn er voor iedereen. Bij Naomi en mij is het probleem dat ons hoofd het lastig vindt onderscheid te maken tussen relevante en niet-relevante prikkels. Tijdens het gesprek raakt Naomi bijvoorbeeld afgeleid door de paprikaplant in haar vensterbank, waar een paprikaatje aanhangt. Natuurlijk weet ze dat die paprika niets te maken heeft met het interview, maar toch is ze er door afgeleid. Conclusie: het filteren van prikkels is lastig.


Uit de ADHD zich bij jou vooral in mentale dingen of zijn er ook fysieke aspecten? Ik kan bijvoorbeeld niet te lang op een drukke dansvloer staan, omdat ik al het gepor en de beweging niet trek.
Ik was laatst bij mijn ouders aan het eten en ik was heel erg moe. Mijn broertje ging de vaatwasser uitruimen en het gerinkel van servies was me op dat moment iets te veel, dus toen heb ik hem gevraagd of hij dat later wilde doen. Als we dat geluid als iets fysiek zien dan uit het zich bij mij ook op die manier, maar ik merk bij mezelf dat de fysieke elementen vooral voortkomen uit het mentale gedeelte.

Ik kan bijvoorbeeld heel mooie planningen maken, maar er aan houden lukt niet omdat ik niet goed kan inschatten hoe lang iets duurt. Dan ben ik soms veel langer met iets bezig dan ik had bedacht en raak ik helemaal in de stress.


Ook dit herken ik bij mezelf. Ik maak geen planningen tot in detail, maar bedenk me dat ik op een dag bijvoorbeeld 4 taken wil doen. En dan blijkt dat ik daar eigenlijk 3 dagen voor nodig heb. Dat kunnen schooltaken zijn, maar ik weet bijvoorbeeld ook heel slecht hoe lang het duurt om de was te doen of in te pakken enzovoorts.


Jij ziet ADHD als neurobiologische stoornis. Is er wel invloed van buitenaf op jouw ADHD?
Ja, sowieso! We leven natuurlijk in een tijd waarin er heel veel prikkels op ons af komen. De maatschappij waarin we leven vraagt ons mensen om veel prikkels te kunnen verwerken, veel meer dan vroeger. Je wordt er op aangesproken als je je mail niet vaak genoeg checkt, of niet reageert op appjes bijvoorbeeld.

Denk jij dat de klachten typisch zijn, dat ze uniek zijn aan ADHD of niet?
Ik denk dat heel veel mensen af en toe te veel prikkels binnenkrijgen, maar dat kan ook komen doordat ze een bom aan informatie krijgen bijvoorbeeld. Bij ADHD is echt sprake van een chronische afwijking in de dopamine-afbraak. Die bom aan informatie is er elke dag, er is eigenlijk altijd sprake van een teveel aan prikkels.

Hoe maak je dan het onderscheid?
Het heeft ook te maken met een bepaald gevoel wat anderen niet hebben. Ik merk aan mezelf dat ik dingen veel intenser beleef dan de meeste mensen om mij heen.

Zou je dan zeggen dat wij (als ADHD’ers) instabieler zijn?
Ja, zeker. Maar dan meer in het algemeen. We hebben volgens mij nog niet gesproken over stemmingswisselingen en die maken daar een groot onderdeel van uit. Ik ben zelf ook heel instabiel en ik merk dat de mensen om mij heen dat heel moeilijk vinden en ikzelf vind dat ook. Ik kan door heel kleine dingen uit mijn evenwicht gehaald worden. Dan was ik eerst mega vrolijk en daarna in een diep dal. Die plotselinge wisselingen in gemoedstoestand maken misschien dat ik emoties ook intenser ervaar. Wat zowel positief als negatief kan zijn.

Naomi en auteur.

Vind je dat er teveel wordt gelabeld tegenwoordig?
Op internet vind je websites waarop wordt gezegd dat dit niet zo is, omdat we nu gewoon veel beter zicht hebben op deze psychische ziektes en ze daardoor beter kunnen diagnosticeren. Het schijnt dat 3 tot 5 procent van de bevolking een vorm van ADHD heeft.

Als ik naar mijn eigen omgeving kijk, ken ik véél meer mensen met ADHD dan die paar procent. Dit kan deels verklaard worden door het milieu waarin ik mij begeef. Mijn opleiding valt in de culturele sector en dat is een sector waarin ADHD misschien meer aanwezig is. Dat kan komen doordat de manier van denken die veel ADHD’ers hebben goed past in het creatieve of culturele veld. Maar ik blijf het een lastige vraag vinden.

Mij heeft dit label me heel veel gebracht in ieder geval. Ik heb meer inzicht in mijn gekke reacties en kan er daardoor beter mee omgaan.

Volg Commen op Facebook en Instagram voor meer verhalen die ertoe doen.

Is ADHD onderdeel van een karakter?
Sinds je mij gevraagd hebt voor dit interview, heb ik over deze vraag nagedacht. Een karakter wordt beschreven als een set persoonskenmerken, zowel erfelijk als aangeleerd en een persoonlijkheid bestaat uit karakteristieken die aan een persoon worden toegekend en het is geheel van eigenschappen die bepalen hoe een persoon reageert op een situatie.

Tot voor kort was ik er stellig van overtuigd dat het niet zo was. Dat ADHD losstaat van karakter en persoonlijkheid. Tot ik dus die definities las. Jij bent niet ADHD, het is niet je karakter, maar het is wél onderdeel van wie jij bent. Het heeft invloed op hoe je denkt, hoe je op situaties reageert en ga zo maar door. Dat zijn ook onderdelen van je persoonlijkheid en karakter. Het is dus niet je hele karakter, maar ADHD is wel vormend.


Ik vertel Naomi dat ik het hier grotendeels mee eens ben, maar dat ik merk dat ik het soms moeilijk vind om dingen te duiden. De vraag die ik eerder stelde over ‘typische’ kenmerken van ADHD blijkt erg problematisch. Dan noemt Naomi iets wat ik herken uit het interview met Janneke.


Misschien ligt het typische niet in de kenmerken, maar in de manier waarop wij met dingen omgaan. Als ik in een bepaalde emotie terecht kom, vind ik het misschien moeilijker om daar uit te komen dan mensen die geen ADHD hebben. Soms moet(en) mijn vriend of familieleden me dan helpen.

Als ik bijvoorbeeld heel verdrietig ben en ik niet kan ophouden met huilen, dan stuurt mijn vader me naar boven om te douchen, omdat hij weet dat het die cirkel van verdrietig-zijn kan doorbreken. Verder denk ik dat we nooit helemaal kunnen ‘pinpointen’ wat een ADHD-reactie is, en wat niet. Dat is sowieso iets dat speelt bij psychische klachten.


We zuchten allebei eens diep. “Ik denk niet dat we hier ooit uit gaan komen” peinst Naomi, “en dat hoeft ook niet. Het is namelijk ook gewoon interessant om dit gesprek te voeren, zonder dat we er uit komen.”


Medicatie

Mijn laatste paar vragen gaan over het gebruik van medicijnen. Ik heb deze vragen niet aan Jim of Janneke gesteld, omdat zij geen ervaring hebben met het gebruik van medicijnen voor psychische klachten. Ik weet dat Naomi wel eens ADHD-medicatie heeft gebruikt, maar niet op dagelijkse basis.


Wat was je ervaring met het gebruik van medicijnen?    
Ik merkte dat je er heel gefocust door kunt zijn, mits je op het goede weet te focussen. Het kan dus heel veel helpen bij het concentreren op één taak en het filteren van prikkels gaat beter. Ik merk dat ik er zelf best wel afgevlakt van raak. De intensiteit van emoties is veel minder, waardoor ook blije en gelukkige gevoelens wat afgevlakt kunnen raken.

Het is heel fijn dat je je beter kunt concentreren en dat je minder intens verdrietig of boos bent, maar ik vind het wel een nadeel dat ik ook de positieve emoties minder intens ervaar. Ik merkte ook dat er veel minder een hongerprikkel is tijdens de werking van de medicatie en dat ik daarna juist heel veel zin had in eten.


Dat laatste is een bekende bijwerking van ADHD-medicatie. Ik merk daar zelf niet zo veel van, maar dat kan ook zijn omdat ik gedurende de dag een ‘spiegel’ opbouw die afgebroken wordt als ik ga slapen.


Wat vind je ervan dat ik medicijnen gebruik?
Jij vind het zelf heel prettig om te gebruiken en ik wat minder. We hebben het hier natuurlijk al heel vaak over gehad, dus dat maakt het wel gek om dit nog een keer te verwoorden, haha. Ik zie bij jou dat het je heel erg helpt bij je studie en dat het misschien ook wel nodig is. Er worden daar eisen gesteld waaraan je zonder die medicijnen misschien niet zou kunnen voldoen.


Waar ik zelf wel eens mee zit, is dat als ik mijn medicatie niet slik, ik niet doodga. Het is geen levensreddend middel. Als het een neurobiologische stoornis is, dan ‘normaliseert’ de dopaminehuishouding in mijn brein enigszins als ik medicatie slik en dat ervaar ik als prettig. Aan de ene kant vraag ik me dan af: Ik heb medicatie niet nodig (op levensreddende manier), dus waarom slik ik ze? Maar aan de andere kant: ze zijn er, dus waarom slik ik ze niet?


Wat is de reden dat ik ze wel slik en jij meestal niet?
Nou, ik denk dat de belangrijkste reden is dat ik me niet prettig voel bij de werking en jij wel. Ik vind het afvlakkende effect vaker een nadeel dan een voordeel.

Maar nog even terugkomend op het feit dat je niet doodgaat als je geen medicijnen slikt. Ik denk dat je wel over een soort ‘maatschappelijke dood’ kunt spreken. Je kunt in deze maatschappij ook overleven zonder medicijnen, maar als je ADHD hebt moet je wel een bepaald ritme aanleren of aanpassingen doen om een plek in de maatschappij te behouden. In mijn geval betekent dat waarschijnlijk dat ik niet fulltime zal kunnen werken, omdat ik veel langer de tijd nodig heb om een werkdag te kunnen verwerken.

Waar ik nu werk bijvoorbeeld, moet ik best veel regelen en plannen. Dat kost me erg veel tijd en is extra vermoeiend voor mij omdat dit niet vanzelf gaat. Ik kan er dan voor kiezen om wel medicijnen te slikken, maar de sector waarin ik werk is creatief en cultureel. Een waardevol en bruikbaar aspect van ADHD is dat je vaak met heel creatieve oplossingen of ideeën kunt komen. Door de medicijnen is je focus vaak veel beter, maar die manier van creatief denken wordt er misschien ook een beetje mee afgevlakt. Dat is dan een afweging die je moet maken.

Hoe heb jij leren omgaan met je ADHD?
Bij jou was er opeens een enorme dip waardoor er echt iets moest veranderen. Bij mij verliep het allemaal wat meer geleidelijk. Ik heb ook wel gesprekken gehad en praktische tips, maar het meeste heb ik geleerd door erover te lezen. Ik heb een keer in één avond een dikke pil over ADHD uitgelezen, omdat ik er helemaal in zat (hyperfocus) en heel veel herkende. Ik heb denk ik met vallen en opstaan een manier gevonden om om te gaan met mijn ADHD. Maar als ik er niet over was gaan lezen of praten, dan was het misschien ook wel ineens helemaal mis gegaan. Gelukkig is het niet zo ver gekomen.


Nadat ik de recorder stopzette, ging ons gesprek nog minstens een uur door. We kunnen samen heel goed over praten ADHD. Ook is het heel fijn dat we elkaar als goede vriendinnen op dit gebied snappen, misschien wel beter dan onze wederhelften dat kunnen. Dit interview nuanceert voor mij de opvattingen van Jim en Janneke, omdat Naomi ADHD veel meer benaderd vanuit neurobiologisch perspectief. Ik denk dat ze hierin gelijk heeft. Ook benadert ze de maatschappelijke rol hierin uitvoerig..

Een paar dagen na dit interview besef ik me dat ik uit dit gesprek iets belangrijks heb gehaald, wat niet zozeer voortkomt uit wat Naomi zei. Commen is geschreven door én voor ervaringsdeskundigen en dit interview heeft me laten zien hoe belangrijk het is om te praten met mensen en ervaringen uit te wisselen. Herkenning vinden bij elkaar is misschien wel belangrijker dan uitvissen wat ADHD nou precies wel of niet is.

Lees ook de eerdere interviews uit deze serie:
Hoe is het om een relatie met een ADHD’er te hebben?
Hoe is het om bevriend te zijn met een ADHD’er?

Volg Commen op Facebook en Instagram voor meer verhalen die ertoe doen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *