Nu Facebook onder vuur ligt vanwege het Cambridge Analytica-schandaal, besluiten velen hun account op te zeggen. Zo’n 10.000 Nederlanders hebben het voorbeeld van Arjen Lubach gevolgd, en gaan voortaan Facebook-loos door het leven. Een verstandige keuze.
Facebook depressie: zo werkt het
Je wordt namelijk niet gelukkig(er) door Facebook. Integendeel zelfs. Sociale media heeft vooral een negatieve invloed op hoe we ons voelen. Daarbij: wanneer was de laatste keer dat je het echt naar je zin had op Facebook? Dit probleem ligt niet zozeer aan het sociale netwerk zelf, maar aan de gigantische hoeveelheid informatie die erachter schuilgaat.
Vijftien minuten op Facebook doorbrengen levert namelijk net zoveel informatie op als het lezen van alle edities van een krant uit één jaar. Niet dat we ooit nog een krant lezen, maar je snapt het idee. Zoals we allemaal weten is Facebook vooral een gewoonte geworden, in plaats van een genot. Eventjes checken gaat meestal zo:
- Je opent de app. Afhankelijk van je persoonlijke voorkeur kom je honden-, katten- of pinguïn-filmpjes tegen;
- Verrassing: reclame;
- Je racistische oom uit Urk of Spakenburg steekt een tirade af onder een foto van ‘Nederlands ons vaderland’. Je telt vier spelfouten;
- Nog meer reclame: of je de FB-pagina van de lokale Intratuin wilt liken en delen om een plant te winnen;
- Iemand die je kent is getagd in een foto van #DARUM! Je walgt een beetje en voelt wat kots opkomen.
Oftewel: doffe ellende. Toch heeft nog steeds het overgrote deel van de Nederlanders een account op de website van Mark Zuckerberg: naar schatting zo’n tien miljoen. Er zijn echter genoeg redenen om je account vandaag nog op te zeggen:
1. Teveel van het goede
Ten eerste hebben we tegenwoordig te maken met een totale overvloed van informatie. De hele dag wordt je bestookt met allerlei soorten prikkels en mentale rust bewaren is daardoor een hele uitdaging. Daar waar onze hersenen nog steeds behoorlijk primitief qua opzet en werking zijn, is de maatschappij om ons heen totaal veranderd.
Dat mensen slecht functioneren wanneer ze met een overvloed aan informatie te maken hebben, mag geen verrassing zijn. Uit onderzoek van Toffler is gebleken dat er een maximumcapaciteit aan ons vermogen tot informatieverwerking zit. Daarbovenop zorgen alle gegevens, opties en mogelijkheden voor stress.
“Zie het brein als een gigantisch boord met allerlei soorten lichtjes,” zegt Larry Rosen, hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Californië. “Ieder lichtje vertegenwoordigt een onderwerp. Wanneer je iets over dit onderwerp hoort, gaat het lampje branden. Wanneer heel veel informatie, met daarin heel veel verschillende onderwerpen, voorbijkomen, gaan al die lampjes branden.”
Waar moeten je hersenen op focussen?
Op dit moment hebben je hersenen het zwaar: wat moeten ze met al die informatie? Wat is belangrijk? Wat juist niet? Doordat alle lampjes aan het knipperen zijn, is het lastig om je op één specifieke taak te richten. Simpelweg wat lampjes uitzetten is makkelijker gezegd, dan gedaan.
Gelukkig beschikken we over een mechanisme dat dit voor ons regelt: nachtrust. Tijdens het slapen krijgen je hersenen de kans om de indrukken van die dag te verwerken. Jammerlijk genoeg blijkt sociaal media-gebruik ook hier een negatieve invloed op te hebben. Dit heeft te maken met het feit dat je hersenen gedurende de eerste fase van je slaapcyclus nog overuren draaien om de informatie van die dag te verwerken. Dit heeft tot gevolg dat je nachtrust minder efficiënt is.
Waar het op neerkomt is dat technologie – en de bijbehorende datastroom – ons voorbij is gestreefd. Onze hersenen zijn nog steeds ingesteld op prehistorische tijden waarin we enkel bezig waren met eten verzamelen en voortplanten, terwijl we nu ook de Farmville-verzoeken van tante Trudy moeten afwijzen. En dan niet van één tante Trudy, maar die van het hele buurthuis tegelijk
2. Teveel vergelijkingsmateriaal
Eén groot onderdeel van het succes van Facebook is de focus op visuele content: foto’s en video’s nemen een prominente rol in. Zodoende wil iedereen goed voor de dag komen en wordt een hoop aandacht aan profielfoto’s besteedt. Sterker nog, Facemash, de voorloper van Facebook, draaide om het keuren van profielfoto’s van twee willekeurige studentes.
Door deze grote focus op uitstraling ervaren (met name) jongeren de nodige onzekerheid tijdens het gebruik van sociale media. Onderling vergelijken wordt op deze manier immers wel heel makkelijk. Precies deze onderliggende onzekerheid weet Facebook te benutten.
“Facebook wordt in 25 procent van de gevallen voor puur plezier gebruikt. Drie derde van het gebruik is echter gebaseerd op een mate van angst en onzekerheid, zo laat ons onderzoek zien. Kijk maar om je heen: het duurt nooit lang voor een jong persoon zijn of haar telefoon erbij pakt om sociale media-kanalen te controleren – wanneer deze überhaupt nog niet aanwezig is.”
Het zijn de woorden van wederom Larry Rosen, die al 25 jaar onderzoek doet naar de invloed die technologie op ons heeft. In deze publicatie heeft hij meer dan 1,000 jongeren naar hun sociale media-gebruik gevraagd, en het daarbij behorende gedrag en emoties.
Een belangrijk concept uit het onderzoek is wat we tegenwoordig FOMO noemen, oftewel Fear Of Missing Out. Door continu de (bewerkte) verrichtingen van anderen in de gaten te houden, creëer je een onrealistisch beeld van je eigen leven. Rosen zegt dat 51 procent van de ondervraagden zich meer bewust is geworden van zijn of haar uiterlijk door toedoen van sociale media.
Het onderzoek legt niet expliciet het verband tussen een negatiever zelfbeeld en sociale media bloot, maar uit diepte-interviews blijkt dat dit wel het geval kan zijn. Zo geven ondervraagden aan dat hun Facebook-profiel geen goede afspiegeling is van hun echte leven. De druk om dit plaatje wel dagelijks in de praktijk te brengen, levert de nodige twijfels en zorgen op. Deze groep heeft continu het idee niet het maximale uit zichzelf te halen, terwijl dit wel de norm is op sociale media
Minder seks, ondanks Tinder
Een ander onderzoek, dat van socioloog Clarrissa Silva, laat zien dat 60 procent van de jongeren negatieve gevolgen naar aanleiding van sociale media ervaart. Deze groep geeft aan dat Facebook, Instagram en Snapchat invloed hebben op hun eigenwaarde, geluksgevoel en zelfs seksuele relaties.
Paradoxaal genoeg heeft de i-generatie, geboren vanaf 1995, namelijk minder seks dan vorige generaties, ondanks alle (digitale) mogelijkheden zoals Tinder. Volgens Silva komt dit door het feit dat we steeds minder ‘echte’ sociale vaardigheden opbouwen, maar ons gedrag aanpassen aan het digitale tijdperk. In dat geval is het makkelijker om via Facebook en andere socials contact te onderhouden, dan in het echt.
Jennifer Rhodes, een psychologe die veel onderzoek doet naar hoogfunctionerende depressie, zegt hierover: “Mensen die beter in hun vel zitten hebben minder last van deze problemen, dan mensen die onzekerder zijn. Echter, een groot gedeelte van de bevolking kampt met emotionele onzekerheden en juist deze groep heeft dus het meest baat bij een strikt social media gebruikspatroon.”
3. Het houdt niet op, niet vanzelf
En dan hebben we het nog niet eens gehad over het feit dat sociale media altijd aanwezig is: er komt geen einde aan. Precies deze oneindigheid maakt het zo moeilijk om mee om te gaan.
We zijn namelijk altijd op zoek naar nieuwe informatie omdat het ons brein prikkelt, zoals naar het voorbeeld van het lichtboord. Het is daarom slim dat de tijdlijn van Facebook maar door blijft gaan. Op die manier houden we ons brein bezig in de hoop gelukstofjes aan te maken – die er vaker niet, dan wel – komen.
Telkens als we Facebook opstarten hopen we weer beloond te worden. We hopen een leuk bericht te zien, een evenement te ontdekken of in ieder geval een keer te moeten gniffelen om een gekke pinguïn (of kat, wat jij wilt). Doordat we nieuwsgierig blijven en daardoor blijven scrollen, ontvangen we een beloning in de vorm van een tijdlijn die nóg verder doorgaat.
Eigenlijk is dit foutief voorprogrammeren: er vindt immers beloning plaats, zonder dat je echte arbeid hebt moeten leveren. Juist omdat het zo makkelijk is, voelt het na verloop van tijd niet meer goed. Het is namelijk goed om arbeid te moeten leveren voordat geluksstofjes vrijkomen. Denk hierbij aan het euforie-gevoel na het sporten of het krijgen van een complimentje na het leveren van goed werk.
Lees ook: De ultieme gids voor het omgaan met je depressie
Wat moeten we met Facebook?
Dat er genoeg nadelen aan Facebook – en andere sociale media – kleven, lijkt inmiddels wel duidelijk. Stop je al deze nadelen bij elkaar, dan spreken we van het “eendsyndroom”. Donna Wick, oprichtster van het platform Mind-to-Mind Parenting, verwijst hiermee naar de manier waarop een eend ogenschijnlijk moeiteloos door de beek zwemt, terwijl er onder het wateroppervlak een hoop werk verricht wordt. Met andere woorden: op Facebook toont iedereen zijn ideale kant, maar niet het harde werk dat daaraan voorafging. Je krijgt zo een uiterst gefilterd beeld onder ogen.
Waarschijnlijk denk je nu bij jezelf iets als “Als je zoveel te zeiken hebt, waarom verwijder je Facebook dan niet gewoon?”
En daarmee haal je een goed punt aan. Het blijft echter een feit dat sociale media een belangrijk onderdeel van ons leven vormen, en het vaak niet zo makkelijk is als simpelweg verwijderen. Daarnaast is het beter om stapsgewijs ergens mee te stoppen, dan op de ‘cold turkey’-manier.
Begin daarom met minder tijd op Facebook doorbrengen. Dit doe je zo:
- Verwijder de app van je telefoon. Bezoek Facebook in plaats daarvan enkel via de website.
- Installeer een plug-in als ‘Newsfeed eradicator‘ (voor Google Chrome). Dit programma haalt de tijdlijn uit Facebook, waardoor je niet meer geconfronteerd wordt met ‘Like, share & win’-acties van Vishandel Koelewijn.
- Download een app als ‘Quality Time’, en houd bij hoeveel tijd je op Facebook doorbrengt. Walg hierna van het feit dat je per dag vier uur met je telefoon bezig bent.
- Of: flikker je computer, telefoon en smartwatch gewoon uit het raam. Ben je gelijk van al het gezeik af.
Je kunt er ook voor kiezen om je tijdlijn met kwaliteit te vullen door Commen op Facebook te volgen. Ook op Instagram en Twitter zijn we aanwezig.