Het kabinet is gevallen over de toeslagenaffaire, dus het is veel in het nieuws. Vooral de getallen zijn in het nieuws. Veel mensen, veel geld, veel verantwoordelijken die naar elkaar wijzen. Ondertussen zit achter al deze mensen een verhaal, een verhaal over wat deze situatie met je mentale gezondheid doet. We spraken Tamara, moeder van twee kinderen, over haar verhaal.
Voor Tamara begon de chaos in 2013. Haar oudste zoon werd vier en ging dus naar de basisschool. De kinderopvangtoeslag moest dus worden stopgezet, en dat gaven Tamara en haar man netjes door. ‘Toch werd het gewoon doorbetaald. Aan het eind van het jaar kregen we te horen dat we álles moesten terugbetalen, dus ook het deel waar we wel recht op hadden. Dat was het eerste teken dat er iets misging.’
Een jaar later werd het erger. Tamara was al een tijd arbeidsongeschikt, en had daarvoor in 2011, 2012 en 2013 een uitkering van het UWV moeten krijgen, maar dat was niet gebeurd. In 2014 kreeg ze die hele smak geld in één keer. Goed nieuws! Schuldenvrij pakten zij en haar gezin hun leven weer op, maar lang mocht het niet duren. Doordat ze al het geld in één keer had gekregen, had ze in dat jaar ‘te veel verdiend’. Oftewel, in 2015 kwam het bericht dat zorg-, kinderopvang- en huurtoeslag terug moesten naar de Belastingdienst…
Nu was er dus een nieuwe berg schulden, maar het toeval wil dat Tamara op vrijwillige basis werkte als bewindvoerder voor mensen met schulden. Ze kende de kanalen en wist dat er vaak een goede regeling te treffen viel met de Belastingdienst. Dat liep in haar eigen geval anders. ‘Er viel niet over te praten. We werden niet te woord gestaan en van het kastje naar de muur gestuurd. Het enige dat we wilden was een gesprek met een fysiek persoon… Als we dat eindelijk hadden geregeld, werden we de volgende dag door iemand anders gebeld dat ze niet meer met ons in gesprek zouden gaan. De reden was voor ons totaal onduidelijk.’
Opeens ‘fraudeur’: ‘Ik schaamde me dat ik hier zelf in zat’
Het zou ook nog even duren voordat die reden duidelijk werd. Eerst kwam er klap op klap, brief op brief (112 stuks in een jaar), deurwaarder op deurwaarder. Geen enkele deurwaarder zagen ze vaker dan één keer, en een van hen rook onraad. ‘Hij dacht net als wij dat het niet klopte en raadde ons aan een brief te sturen naar de hoogste regionen binnen de Belastingdienst. Dat hebben we gedaan.’ Eind vorig jaar kwam er eindelijk een brief terug, met daarin dat woord. Fraudeur. ‘Toen vielen alle puzzelstukjes op zijn plek. Toen wist ik pas waarom ik al die jaren anders te woord was gestaan als het over mij ging dan wanneer het over de mensen ging die ik hielp als bewindvoerder.’
Deze financiële problemen vertaalden zich in die jaren naar mentale problemen. ‘Elk jaar in mei probeerde de Belastingdienst beslag te leggen op het salaris van mijn man. Dat mocht helemaal niet, maar elk jaar was het weer een gevecht. Het zorgde bij mij voor depressieve periodes. Ik zette het licht uit, trok me terug, sloot me af van de buitenwereld.’ Tamara praatte er met niemand over. ‘Ik vond het beschamend om hulp te vragen, juist omdat ik als bewindvoerder werkte. Ik nam voor mijn werk verantwoordelijkheid voor financiën van anderen, dus ik schaamde me dat ik hier zelf in zat.’
Zelfs haar gezin wist niet alles van de schulden. ‘De brieven gingen de la in, die liet ik ook niet allemaal aan mijn man zien. Hij heeft een vorm van autisme en ik wilde hem er niet mee belasten. Ik sprak er met niemand over, alleen met de Belastingdienst.’ Pas in 2018, toen het gedoe al jaren aan de gang was, verminderde dit iets. ‘Ik vertelde het toen aan twee goede vrienden. Ze reageerden allebei heel begripvol, wat mij hielp. Sindsdien ben ik het samen met een gezinscoach meer bespreekbaar gaan maken.’
Lees ook: Het is tijd voor een nieuwe definitie van succes
‘Ik durf nog steeds geen belastingbrieven te openen’
Naast de schaamte was er de twijfel. Door alle afwijzingen van betalingsregelingen die ze aandroeg ging ze twijfelen aan zichzelf. ‘Natuurlijk ga je twijfelen. Ik heb een chronische bindweefselaandoening, daardoor heb ik minder energie om dingen te regelen. Als ik dan eindelijk een gesprek met de Belastingdienst had gepland en ze belden weer met de mededeling dat het toch niet doorging, dan is dat zó kleinerend. Dat breekt je echt…’
En dan de angst… Angst voor brieven, voor mensen aan de deur. Angst voor telefoontjes en mails. ‘Als ik een mail krijg met daarin ‘er staat een nieuw bericht voor u klaar op Mijn Belastingdienst’, breekt het zweet me uit.’ Ondanks dat er nu ook een aantal positieve brieven zijn geweest, is die angst niet weg. ‘Ik durf ze nog steeds niet echt te openen. Mijn vertrouwen is ook weg. Zelfs toen we de brief kregen met daarin dat we 750 euro zouden krijgen dacht ik ‘dat zal wel niet’. Er stond dat ik me moest melden, maar dat deed ik niet, zo bang was ik. Pas toen ze me nog een keer stuurden dat ik me echt moest melden heb ik dat gedaan. En toen we die 750 euro uiteindelijk kregen, zette ik het apart, met het idee dat ze het in mei toch wel weer zouden komen halen.’
‘Mama, je mag mijn spaarpot wel hebben…’
De depressies, de schaamte, de twijfel en de angst brengen ons bij het moeilijkste deel van het gesprek: de kinderen. Want ook zij hebben eronder geleden. ‘Mijn dochter heeft geen voorschoolse opvang gehad, wat wel noodzakelijk is voor de ontwikkeling van een kind. Daarnaast groeiden die twee op met een moeder die regelmatig depressieve periodes had. Ik sloot mezelf af van de buitenwereld, maar daardoor raakten zij ook geïsoleerd. Ik benaderde ze met een lach, maar ze merkten het gewoon. Ze waren te klein om de enveloppen aan geld te linken, maar ze luisterden wel. Toen zei mijn dochter: ‘Mama, je mag mijn spaarpot wel hebben…’ Dat breekt je.’
Er gloort nu licht aan het einde van de tunnel, maar vertrouwen is er nog niet. ‘We krijgen nu een casewerker die gaat kijken of er wat mis is gegaan, eigenlijk wat wij altijd al wilden. Ze willen dit voor mei gedaan hebben, maar daar hebben we geen vertrouwen in. Ik ben gewoon bang dat ze gaan zeggen dat het bij ons door een andere toeslag kwam, waardoor we geen recht hebben op die 30.000 euro. Voor mij gaat het niet om dat bedrag, ik wil gewoon van mijn schulden af.’
Als die schulden weg zouden zijn, heeft ze perspectief, maar de schade is gemaakt. ‘Ik vind het moeilijk om te zeggen, maar ik denk dat ik er zelfs lichamelijk beter aan toe was geweest als dit niet was gebeurd. Mijn aandoening betekent dat ik, op het moment dat ik een grens over ga, een litteken krijg dat nooit meer herstelt. Door deze stress ging ik constant over grenzen heen. Anders was ik nu minder overbelast geweest.’
Lees ook: Het is hoog tijd dat mentale gezondheid op scholen bespreekbaar wordt
Tamara’s zoon is nu 11, hij volgt het nieuws al een beetje. Toen hij een stapel mappen van de Belastingdienst zag liggen, wist hij de link te leggen. ‘Toen vroeg hij: ‘Mama, hebben wij ook problemen met de Belastingdienst?’ Ja jongen, wij hebben ook problemen met de Belastingdienst…’
Vond je dit artikel interessant? Volg COMMEN. op Facebook, Twitter en Instagram voor meer verhalen over mentale gezondheid, of ontvang al onze artikelen via WhatsApp.
Heb je geen social media of geen zin om ons te volgen? Blijf op de hoogte van onze laatste artikelen via een snelkoppeling op je telefoon of schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang één keer per maand een mail met onze beste artikelen.