Tessa en Michel spraken met Gerjanne de Gier (23) die kortgeleden te horen kreeg dat ze bipolair is en al lange tijd kampt met psychische problemen. Ze vertelt over haar diepste dalen, de moeilijke omgang met hulpinstanties en het uitgeven van haar eigen kinderboek.
Van depressie naar je eigen boek
Als we aankomen bij haar huis, doet Gerjanne enthousiast de deur open. “Ik heb taart gebakken, willen jullie een stukje?” De bovenwoning, waar zij en haar man wonen, ziet er gezellig en netjes uit. “Het is eigenlijk altijd opgeruimd” zegt Gerjanne en laat ons het hele huis zien. Alleen de hobbykamer, een belangrijke plek in haar verhaal, is een georganiseerde rommel.
Toch niet bipolair
Terwijl Gerjanne de taart aansnijdt en wat te drinken voor ons inschenkt, zegt ze: “Laat ik maar met de deur in huis vallen, ik heb gisteren te horen gekregen dat ik nu toch weer niet bipolair ben.” Volgens haar psycholoog is ze ‘te goed’ voor het krijgen van deze diagnose. Wat ‘te goed’ betekent horen we even later.
Een bipolaire stoornis kenmerkt zich door het voorkomen van zowel depressie als manie. Wat een depressie inhoudt is voor veel mensen min of meer bekent. Een manie is het tegenovergestelde van een depressie.
Op de website van de Nederlandse vereniging voor psychiatrie is te lezen dat een persoon zich tijdens een manische periode juist heel goed voelt, opgewekt is en barst van de energie. De behoefte aan slaap neemt af en het zelfvertrouwen neemt toe. Ook kun je de consequenties van (impulsieve) daden vaak moeilijk overzien. Bij iemand die bipolair is, wisselen hoge pieken zich af met diepe dalen.
Precies die dalen lijken bij Gerjanne op dit moment te ontbreken. Ze blaakt van energie en tijdens ons gesprek kletst ze ons de oren van het hoofd. En niet alleen tijdens dit gesprek, maar al anderhalve maand.
Wat er dan wel precies aan de hand is weten de betrokken hulpinstanties nog steeds niet. Er is al een aantal jaar het vermoeden van een bipolaire stoornis. Het bevestigen en dan weer ontkennen hiervan, maakt dat we het er allemaal over eens zijn dat het drukken van een stempel niet per se nodig is. Het verhaal is er ook zonder het onder de noemer ‘bipolair’ te laten vallen.
Lees ook: De ultieme gids voor het omgaan met je depressie
Teveel hulp?
De positieve instelling en tomeloze energie zorgen naast een vrolijke lach en veel levenslust soms ook voor een wat warrig verhaal. Als we proberen samen een beeld te krijgen van alles wat er de afgelopen jaren is gebeurd, blijkt dat er veel instanties betrokken zijn bij Gerjannes situatie.
Ze heeft met verschillende behandelaars gepraat: meerdere psychologen, een psychiater, een zogenaamde ‘GGZ-hopper,’ huisartsen, ze heeft vanuit een toenmalige baan een ‘wandelcoach’ gehad en ook gaat ze regelmatig naar de crisisdienst, waar ze hulpverlening krijgt.
Het is lastig een beeld te krijgen van de volgorde van alle gebeurtenissen en therapieën waarover Gerjanne vertelt. Die hoeveelheid betrokken instanties maken het voor haarzelf ook niet makkelijk. Helder is wel dat ze al heel lang onder behandeling is, en dat nog wel even zal blijven.
Altijd moe
Zo blij als nu is ze niet altijd geweest. De periode vanaf haar zestiende omschrijft ze als volgt: “Ik was altijd moe, dan ging het weer niet, dan ging het weer wel en soms ging het een paar maanden heel lekker.” Ze is in die periode ook een poosje opgenomen geweest, omdat het thuis niet meer ging en ze daar even niet meer wilde zijn.
Ondanks het vele piekeren en de vermoeidheid heeft Gerjanne een opleiding tot pedagogisch medewerker succesvol doorlopen. Haar stages verlopen goed en één van die stages levert haar een vaste baan op. Toch gaat het op werkgebied al gauw mis.
Het werken met kinderen vindt ze geweldig, maar er zit ook een diepe onzekerheid in haar die naar boven komt wanneer ze samen moet werken met andere collega’s. “Ik maakte me heel veel zorgen over of ik het wel goed deed.” Dit breekt haar op en ze komt overspannen thuis te zitten.
Dit overkomt haar na deze eerste baan nog een aantal keer: het werken met kinderen is leuk, maar alles daar omheen doet haar de das om. Dan krijgt ze van een vriendin een kantoorbaan aangeboden. Ze begint vol goede moed, maar de carrière-switch is van korte duur. Ze is geen kantoortijger, maar iemand met hart voor kinderen. Hierdoor zit ze op dit moment opnieuw zonder baan.
Groene kikker
Niet alleen het werken gaat stroef. Gerjanne is alweer twee jaar getrouwd met haar grote liefde Jeroen en samen zijn ze erg gelukkig. Toch zijn er ook in de privésfeer problemen die ervoor zorgen dat Gerjannes gemoedstoestand verslechtert. Wanneer we praten over wat Gerjanne heeft meegemaakt in haar jeugd, wordt duidelijk dat dit geen gemakkelijke kindertijd is geweest.
De relatie die Gerjanne met haar ouders heeft is erg ingewikkeld en zorgt voor veel conflicten. Ze vertelt dat die relatie grote invloed heeft op haar psychische gesteldheid. Haar psycholoog legt door middel van een vergelijking aan Gerjanne uit hoeveel zij en haar ouders van elkaar verschillen.
Ze vergelijkt twee dieren, een kikker en een koe, met elkaar. Een koe is voor Gerjanne een leuk, gevlekt dier met een zachte vacht die graast in de wei. Een kikker daarentegen omschrijft ze als groen, glibberig en levend in het water. Het tegenovergestelde van een koe.
Ook interessant: Ochtenddepressie bestaat echt, en dit kun je ertegen doen
Gerjanne de Gier: “Alleen maar koeien”
Het liefst wil Gerjanne dat iedereen om haar heen een koe is, maar er zijn ook kikkers, zoals haar ouders. En hoe graag ze kikkers ook in koeien ziet veranderen, een kikker blijft een kikker en een koe een koe.
We gaan niet in op de specifieke dingen die Gerjanne ons vertelt over haar ouders. We kunnen wel de conclusie trekken dat een koe en een kikker zelden samen gezien worden, een koe leeft immers op het land en een kikker in het water. Dit geldt ook voor Gerjanne en haar ouders.
Gerjanne is nu bezig met het zoeken naar wat de rol van haar ouders is geweest in het verleden en hoe deze in de toekomst misschien zal zijn. Ze kan haar ouders niet veranderen, maar ze hoopt wel te leren hoe ze met ze om kan gaan zonder dat dit zorgt voor een negatieve sfeer en somberheid. Het leren omgaan doet ze onder meer door het verwerken van traumatische gebeurtenissen uit haar jeugd.
Een waas
Op 3 april van dit jaar gaat het mis. Gerjanne zit al een poosje werkloos thuis, doet bijna niks meer en zit soms uren achter elkaar op de bank voor zich uit te staren. Uit bed komen ’s ochtends is een enorme opgave en ze loopt als een zombie door het huis. Die ochtend gaat haar man naar zijn werk en Gerjanne blijft in bed liggen.
Wat er daarna gebeurt omschrijft ze als een waas: ze rent naar haar geliefde hobbykamer, maar dit keer niet om creatief bezig te zijn. Ze pak wat ze nodig heeft voor wat volgt: een zelfmoordpoging.
Gerjanne vertelt het ons op een haast luchtige manier en dat ze het ons kan vertellen geeft aan dat het die ochtend gelukkig bij een poging bleef. Hoe somber en levensmoe ze zich toen voelde staat in schril contrast met hoe ze zich nu voelt.
In de weken en maanden voor en na haar poging maken haar man en vrienden zich erg zorgen om Gerjannes depressieve gevoelens en haar lusteloosheid. Ze zijn natuurlijk erg blij dat ze zich nu weer heel goed voelt, maar het is een hele omschakeling. Opeens is hun vriendin en echtgenote niet meer stil en somber, maar een vrouw die elke dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat door het leven stuitert, bijna letterlijk.
De artsen waarschuwen haar dat ze moet proberen rustig te worden, omdat ze op het randje van de “afgrond” zou kunnen staan en elk moment in een diep dal terecht kan komen. “Dit dal is tot op heden nog niet gekomen, zegt ze lachend. Ook geeft ze aan al een stuk minder druk te zijn en minder extreem energiek dan een paar weken geleden. Hoe het toen was werkte voor zowel Gerjanne zelf als haar omgeving niet.
Lees ook: Straatvraag: Heb jij weleens aan zelfmoord gedacht?
Positief
De negatieve ervaringen die ze ons vertelt zijn slechts een deel van het interview. Want zelfs tijdens haar diepste dalen is ze niet gestopt met creatief bezig zijn. De hobbykamer is dan ook de plek waar Gerjanne heen ging toen alles misging.
Desondanks is deze kamer de favoriete plek van Gerjanne. Het is een ruimte waar ze al haar creativiteit opslaat, en kwijt kan. Het bureau ligt vol met papier en andere knutselspullen. Tijdens haar opleiding kreeg ze de opdracht een kinderboekje te maken en daar is ze hard mee aan de slag gegaan. Het resultaat mag er zijn. Vrolijke kleuren, veel groen en veel zon met in het middelpunt: Corrie de koe. Nadat ze het boekje af had, lag het lange tijd in een la. Maar toen ze het liet zien aan haar omgeving, moedigden zij haar aan er meer mee te doen. Dit resulteerde in het uitgeven van Jij mag er zijn!
Gerjanne de Gier: “Alleen maar leuke dingen”
Naast dit toffe project verkoopt Gerjanne op dit moment ook zelfontworpen etiketten voor op bijvoorbeeld wijnflessen, en heeft ze een eigen kaartenlijn gemaakt. Het plezier dat ze beleeft aan het creatief bezig zijn heeft de overhand in ons gesprek.
Het is duidelijk dat Gerjanne een heftig verhaal vertelt, maar dat ze er niet zwaarder aan tilt dan nodig. Ze zit weliswaar werkloos thuis, maar vult haar dagen “met alleen maar leuke dingen.” Er is zelfs een goede kans dat ze opnieuw kan gaan werken bij haar eerste werkgever.
Als we anderhalf uur later de deur uitstappen, loopt Gerjanne nog even mee. Ze laat ons trots de houten vitrinekast naast de voordeur zien. Veel van wat ze gemaakt heeft en wat ze nog steeds verkoopt staat erin uitgestald. Creativiteit is een rode draad in haar leven. Na een aantal moeilijke jaren en ondanks veel onzekerheid over wat de toekomst brengen gaat, staat Gerjanne nu weer vol in het leven en weet ze: ook ik mag er zijn.