Tegenwoordig hoef je dankzij DNA-testen de deur niet meer uit om te weten waar je voorouders vandaan komen. Ook is het voor vrouwen mogelijk om vanaf de bank te checken hoe vruchtbaar ze zijn. In een buisje plassen en checken of je depressief bent? Ook geen probleem, claimen twee bedrijven. De wetenschap is echter (nog) niet overtuigd.
Depressie thuistest: zo zit het
Maak kennis met Labrix en ZRT Lab. Deze Amerikaanse firma’s bieden thuistesten aan voor allerlei mentale gezondheidsproblemen, waaronder depressie, angststoornissen en ADHD. Voor een diagnose hoef je niet meer naar de huisarts, psycholoog of behandelaar: een potje met plas of wat wangslijm is voldoende. Deze smakelijke inhoud stuur je op naar het laboratorium, waarna je binnen een paar weken hoort of je depressief bent. Een thuistest voor depressie, dus.
Maar, wacht eens even. Professionals zoals psychologen, psychiaters en behandelaars hebben een jarenlange opleiding gehad om te kunnen beoordelen of iemand met psychische problemen kampt. Hoe is het dan mogelijk dat bovenstaande bedrijven claimen dat het ook ‘gewoon’ met een simpele thuistest kan?
Labrix wijst hiervoor naar de beproefde manier van testen. Het bedrijf zoekt namelijk naar bepaalde moleculen in lichaamssappen van cliënten. Deze werkwijze is redelijk standaard in de medische wereld, zoals in het ziekenhuis of bij de GGZ. De onderzoekers van Labrix speuren hierbij naar zogenoemde biomarkers. Dit zijn indicatoren die aangeven hoe het gesteld is met je gezondheid. Op deze manier proberen medisch professionals bijvoorbeeld ook borstkanker in een vroeg stadium op te sporen.