De zin en onzin van de neusspray tegen autisme

Onder meer de NOS en De Volkskrant schreven dat vasopressine, een hormonale neusspray, kinderen met autisme socialer zou maken. De uitspraken werden gedaan op basis van de uitkomsten van twee onderzoeken. In werkelijkheid spreken de studies elkaar echter helemaal tegen. Dit moet je weten over het nieuwe ‘wondermiddel’.

De bullshit rondom de vasopressine-neusspray

Er zijn soms van die koppen die je twee keer moet lezen voordat je beseft wat er staat, en bovenstaande is daar waarschijnlijk een voorbeeld van. Autisme is zonder twijfel een van de meest gestereotypeerde stoornissen en vooral het beeld dat mensen met autisme een afkeer van menselijk contact zouden hebben blijft hangen. Het gegeven dat een simpele neusspray hier tegen zou helpen klinkt op het eerste gehoor daarom niet minder dan volstrekt bizar.

En toch is dit de conclusie van twee onderzoeken die de afgelopen tijd in Science Translational Medicine zijn gepubliceerd, een wetenschappelijk tijdschrift. Door de opname van vasopressine (ook wel antidiuretisch hormoon genoemd) in de hersenen te beïnvloeden zouden de “sociale beperkingen” van mensen met autisme beïnvloedt worden. Vooral kinderen zouden hierbij baat hebben.

Volgens Karen Parker, autisme-expert aan de universiteit van Stanford en mede-auteur van één van de studies, is het echter te vroeg om van een doorbraak te spreken. “Het is nog steeds onmogelijk om autisme op een wetenschappelijke manier vast te stellen. Het zou dus gek zijn om al een werkend medicijn op de markt te brengen.”

Lees ook: Nee, CBD olie is niet de oplossing voor je depressie

Autisme trekjes
Beeld door freepik – www.freepik.com

Tegenstrijdige uitkomsten

De autisme-expert probeert dit gat echter een beetje te verkleinen door de rol van vasopressine te analyseren. In haar onderzoek kregen 30 kinderen, waarvan 25 jongens en 5 meisjes, het hormoon toegediend. Dit werd met een neusspray gedaan zodat het sneller door het brein opgenomen wordt.

“Kinderen met autisme hebben een lagere vasopressine-waarde dan kinderen zonder de stoornis”, zegt Parker in een persbericht. Na toediening bleek dat kinderen met de hormonale neusspray beter functioneerden tijdens sociaal contact dan de kids die een placebo-medicijn kregen (dus zonder actieve dosis).

Naast het kleinschalige onderzoek van Parker deed ook de grote Zweedse medicijnfabrikant Roche onderzoek naar de invloed van de hormoon-neusspray op autisme. Tijdens deze studie kregen 233 volwassen mannen met autisme geen vasopressine toegediend, maar balovaptan. Dankzij dit pilletje wordt de opname van vasopressine juist geblokkeerd. Roche schrijft dat deelnemers die meer balovaptan toegediend kregen er sociaal op vooruit gingen.

Twee totaal tegenstrijdige uitkomsten dus, wat er volgens Parker op wijst dat de wetenschap nog een hoop werk te doen heeft. Hoe kan het namelijk dat het ene onderzoek zegt dat toedienen van meer hormonen (vasopressine) een positief effect heeft op sociale kwaliteiten, terwijl de Zwitserse medicijnfirma zegt dat je de opname van dit hormoon juist moet blokkeren?

Ook interessant: Dé oorzaak van autisme bestaat niet

Waarheid in het midden?

“Misschien ligt de waarheid ergens in het midden”, aldus Parker. De onderzoekster schrijft in een follow-up-reactie dat verder onderzocht moet worden welke invloed vasopressine op het sociale functioneren van mensen met autisme heeft. Verder zegt ze dat haar onderzoek door meerdere nieuwsoutlets verkeerd is geïnterpreteerd.

Bij het bespreken van wetenschappelijk onderzoek komt altijd jargon kijken, of je nu wil of niet. Het is daarom lastig om de resultaten kort en bondig te presenteren, ook voor wetenschappers. Alhoewel Parker en Roche in hun onderzoeken uiterst voorzichtig waren in hun conclusies, werd het nieuws door veel blogs, kranten en websites al snel groter gemaakt dan het is. Vasopressine werd onthaald als dé manier om kinderen met autisme socialer te maken.

Een overzicht van de jubelende koppen.

En dat is precies waar de schoen wringt. Wetenschap is namelijk een continue ontdekkingstocht waarbij stukje bij beetje puzzelstukjes worden gelegd. De puzzel is echter nooit af en zo nu en dan wordt de hele hersenkraker op en neer geschud omdat er een baanbrekende ontdekking wordt gedaan. Je kunt daarom nooit op basis van zulke kleine onderzoeken zo’n grote conclusie formuleren.

Lees ook: Autisme herkennen bij vrouwen is een stuk lastiger dan je denkt

Misinformatie over vasopressine

Een van de weinige kritische stemmen was Alison Cox. Cox is assistent-professor aan de faculteit van gezondheidsstudies aan de Brock University in Ontario, Canada. Zij zegt dat de media heel voorzichtig om moet springen met de uitkomsten van pionierend onderzoek, omdat autisme een ontzettend persoonlijk onderwerp is voor velen. Mensen doen er daarom beter aan om te luisteren naar de experts zelf, aldus Cox.

Alison Cox. Bron.

“Ik ben van mening dat clickbait-achtige artikelen over onderwerpen als autisme schadelijk kunnen zijn”, zo legt de assistent-professor uit. “Het risico op verspreiden van misinformatie is groot. Helemaal omdat de onderzoeken zo lastig te begrijpen zijn voor leken.” Ze leert haar studenten daarom om onderzoeken altijd te checken op feiten. Maar, “‘gewone’ nieuwslezers hebben hier waarschijnlijk geen tijd of de benodigde kennis voor”, zegt ze.

Dus wat moet je dan doen als jij autisme hebt (of iemand anders in je omgeving) en benieuwd bent naar de uitkomsten van een wetenschappelijk onderzoek? “Ga ermee naar een arts, gespecialiseerde vereniging of een andere expert”, adviseert Cox. “Zij kunnen vertellen of een onderzoek voorbarig is, of niet.”

Ook interessant: Het probleem met het begrip ‘hoogfunctionerend autisme’


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *